„Schip bouwen is net een zwangerschap”
Het gaat slecht met de Nederlandse scheepsbouw, zo is de algemene indruk. Scheepswerven gaan dicht of worden overgenomen. Met name in het noorden van het land vallen rake klappen. Van de twintig werven in Groningen is na tien jaar de helft over. Er is één uitzondering.
Diette Doesburg-Maas uit Groningen is eigenaar van een bedrijf in lasapparaten en twee scheepswerven in Noord-Nederland. De aankoop van een derde werf staat op stapel: de Volharding van Gert Jan Bodewes in Foxhol.
De scheepsbouw zit Diette een beetje in het bloed. „Mijn grootvader en een oom hadden sleepboten. Mijn vader verkocht eerder Deutz-motoren. Ik voer wel eens mee als er een proefvaart was. Ik heb ook ooit dekken geschrobd. Kortom, ik ben opgevoed met boten.”
Diette trad in de voetsporen van haar vader. Niet verwonderlijk. Diette was eerste kind en voelde zich sterk met hem verwant. Wellicht te meer omdat hij hetzelfde karakter had, dezelfde kleur ogen en op dezelfde dag jarig was. Een tragisch ongeluk in 1994 maakte een eind aan hun band.
Ze besloot na het overlijden van haar vader zijn bedrijf, Maas Lastechniek, voort te zetten. De plannen verliepen niet zonder slag of stoot. Ze kreeg te maken met felle tegenwerking van haar broer. Die wilde de zaak liever verkopen. „Hij en de andere kinderen wilden geld zien.” Aanvankelijk mocht ze niet eens de naam Maas gebruiken. „Een ton moest ik ervoor neertellen. Ik heb die naam betaald en ik wil hem gebruiken als eerbetoon aan mijn vader.”
Diette kocht een hal, voorraad en auto’s. „Ik ben praktisch van nul af aan opnieuw begonnen.” Het personeel dat collectief ontslag had gekregen, nam ze binnen twee maanden weer in dienst. Nadat ze de groothandel in lasproducten weer redelijk op poten had, zocht ze nieuwe uitdagingen. Die kwamen er spoedig. Ze zag met lede ogen aan hoe de klad in de scheepsbouw van het noorden kwam. De scheepswerven van Van Diepen en Damen leken ten dode opgeschreven.
Diette wilde ze niet ten onder laten gaan. De afgelopen twee jaar nam ze beide werven over. Met name de overname van Damen is opmerkelijk, omdat dit soort overnames zeldzaam zijn geworden in een branche die nog steeds bol staat van de saneringen.
Hoe pakt ze dat aan? „De kunst is om je medewerkers enthousiast te maken. Ik ben heel open. En je moet doen wat je belooft. Ik sta dicht bij de mensen. Ik vertel het personeel bij de koffie over nieuwe opdrachten, als we die hebben binnengehaald. Maar ik vertel ze ook over mijn zakelijke problemen. Van Diepen kende een sterke hiërarchie. Dat past niet meer bij onze generatie. De kunst is om dat over te brengen.”
„Als het moet zeg ik, waar iedereen bij is, wat er aan iemand of iets niet deugt. Dan krijg je als reactie: Kun je dat niet onder vier ogen bespreken? We zijn te veel doorgeslagen in ons land door het poldermodel. Ik vind dat de overheid de ondernemers te veel de eigen verantwoordelijkheid uit handen heeft genomen. Ik heb van die mannen weer kerels gemaakt, die voor zichzelf opkomen, een eigen rechtsbijstandverzekering hebben afgesloten, met je meedenken en meepraten. Ik houd niet van dat slappe gedoe.”
Ze geeft een voorbeeld. „Het ziekteverzuim bij Van Diepen lag tussen de 12 en 17 procent. Ongekend hoog. En nu zitten we op 1 procent. Ze blijven nu alleen thuis als ze echt ziek zijn. Gewoon ook omdat ze weten dat ze meetellen, dat ze weer verantwoordelijk en nodig zijn.”
Maas Shipyard Waterhuizen en Damen hebben in anderhalf jaar drie complete schepen opgeleverd. „Ik vind dat een kranig staaltje. Daar is wel wat voor nodig.” Beide Maas-werven hebben een volle orderportefeuille en moeten werk uitbesteden aan het naburige Coops & Nieborg en Centraal Staal.
Diette Doesburg kan meer schepen boeken als ze op termijn de bouwcapaciteit nog verder uitbreidt. Momenteel werkt ze aan twee opdrachten: twee tankers voor Chemgas en vijf voor Vopak. Verder is ze actief met de afbouw van een baggerschip voor Damen, de bouw van twee containerschepen voor de Duitse reder Frank Dahl en een bunkerschip voor een Zweedse opdrachtgever.
Opmerkelijk voor het succes van Diette Doesburg-Maas is dat het eerste opgeleverde schip meteen in de prijzen viel: de Chemgas 20 werd het schip van het jaar in 2003 van de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Technici in de Scheepsbouw.
„Ik vind de scheepsbouw leuker dan de handel in lasapparatuur. Van een hoop platen ijzer een schip maken, dat boeit me. Dat duurt negen maanden. Net een zwangerschap waar je naar uitkijkt. Het mooiste vind ik dat van Van Diepen een gezond bedrijf is gemaakt. Leuk, omdat het zonder steun tot stand is gekomen. Ook al hadden we daar wel om gevraagd, bij de provincie, maar die vond het trekken aan een dood paard. Ook de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij zag er geen brood in. En het Samenwerkingsverband Noord-Nederland wilde ook al niet. Zelfs de banken waren bang.”
Ze realiseert zich dat haar onderneming ook had kunnen mislukken. „Het succes hangt niet van mij af, maar van de mensen. Om het eigen bedrijf te kopen heb ik ons huis moeten verkopen en mijn man Harry zijn Porsche. We hebben een paar jaar in een flat gewoond. Het lijkt alsof mensen het er niet meer voor over hebben om iets te bereiken.”