Terreur dreigt van zijde dierenactivisten
De grootste terreurdreiging in Nederland gaat uit van radicale dierenactivisten die het voorzien hebben op de agrarische sector en op de voedselketen in Nederland. De fanaten zouden grote paniek kunnen veroorzaken door voedsel te vergiftigen.
Dat staat in een rapport over bioterrorisme in de landbouw dat bij het ministerie van LNV ligt. Directeur W. van der Weijden van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) heeft dat vrijdagmorgen bevestigd. Hij schreef het rapport over bioterrorisme, dat het ministerie van LNV adviseert om bioterroristische aanslagen te voorkomen en de gevolgen ervan tegen te gaan. „Het rapport is niet openbaar; blijkbaar heeft het ministerie daar belang bij.”
De CLM-directeur baseert zijn vrees voor radicale dierenacitivisten op „een reeks gewelddadige acties” van dierenactivisten in de afgelopen tien jaar. „Slachterijen werden in brand gestoken, pelsdierfokkers bedreigd, er is voor miljoenen euro’s aan schade aangericht en Pim Fortuyn is vermoord. Wij vinden dat daarom vooral terreurgeweld vanuit de hoek van radicale dierenactivisten dreigt.”
Vorige maand nog bleek dat een Engelse groep dierenactivisten het vizier gericht heeft op Almere. Met name Almeerse bedrijven zouden door de Britse groep met de naam Stop Huntingdon Animal Cruelty worden benaderd. In Engeland staat de groep bekend om haar bijzonder agressieve methodes, zoals aanvallen op het personeel van bedrijven, het bezetten van kantoren en het in brand steken van motorvoertuigen.
Eind vorig jaar stelde een meerderheid in de Tweede Kamer vast dat gewelddadige dierenactivisten gelijkgesteld moeten worden met terroristen.