Brandende kaars
Ik hoor u al tot mij zeggen: Ik begrijp wel dat wij de dood niet kunnen ontgaan en dat de dood heerst over alle mensen, groten en kleinen, armen en rijken. Ik versta ook wel dat het goed is aan de dood te denken en dat deze gedachtenis is als een morgenwekker om ons uit de slaap van de zonden op te wekken. Ik weet dat ons leven zo onzeker is ten opzichte van de tijd wanneer, de plaats waar, en de manier hoe wij zullen sterven. Het Woord van God en de praktijk leren ons dat dagelijks. Het is daarom goed ons bijtijds op de dood voor te bereiden, opdat wij met de vijf wijze maagden mochten ingaan tot de hemelse bruiloft.Maar, man Gods, wat moet ik doen? Hoe zal ik mij hierop voorbereiden? Och, of deze vraag in het hart van vele duizenden met een heilige zorgvuldigheid was afgedrukt. Kom dan, ieder die deze vraag oprecht stelt en ik zal u leren uit Gods Woord in drie zaken hoe u zich op de dood moet voorbereiden.
Ten eerste met een Godzalig leven voor uw God. Ten tweede met een oprecht geloof. Ten derde met vurige gebeden. Zo u deze drie dingen praktiseert, zult u met de oude Simeon op uw sterfbed kunnen zeggen: Heere, laat nu mij, Uw dienstknecht of dienstmaagd, gaan in vrede naar Uw woord. Want Gij weet dat ik oprecht voor U heb gewandeld en dat ik met de ogen van het geloof mijn Zaligmaker heb gezien.
Adrianus Hasius, predikant te Leeuwarden (Geestelijk alarm, 1653)