Kans op kanker door röntgenstraling klein
De kans om kanker te krijgen door blootstelling aan röntgenstraling is relatief klein.
De voordelen van het maken van röntgenfoto’s en CT-scans wegen dan ook ruimschoots op tegen de nadelen, concluderen onderzoekers van de universiteit van Oxford en het Britse Kankerinstituut die het effect van straling op het ontstaan van kanker in kaart hebben gebracht. De uitkomst van het onderzoek wordt deze week gepubliceerd in het medische tijdschrift The Lancet.
De kans om kanker te krijgen als gevolg van de blootstelling aan röntgenstraling is sterk gerelateerd aan het aantal malen dat van patiënten foto’s of scans worden gemaakt. In landen waar artsen vaker gebruikmaken van röntgenafbeeldingen als diagnostisch hulpmiddel, is de blootstelling aan straling een grotere factor bij het ontstaan van kanker dan in landen waar artsen weinig foto’s of CT-scans, computerbewerkte röntgenafbeeldingen, laten maken, aldus de Britse onderzoekers.
In Japan, waar van de vijftien onderzochte landen het meest gebruik wordt gemaakt van röntgenafbeeldingen, vertegenwoordigt de blootstelling aan straling bijvoorbeeld een risico van 3,2 procent bij het ontstaan van kanker. In alle andere landen, waar minder röntgenfoto’s worden gemaakt, draagt de blootstelling aan straling maximaal 2 procent bij aan het risico op het krijgen van de ziekte. In Nederland gaat het om een percentage van 0,7.
De onderzoekers concluderen dat ondanks het risico dat de blootstelling aan röntgenstraling voor patiënten met zich meebrengt, de therapeutische waarde van röntgenafbeeldingen buiten kijf staat. Met behulp van foto’s en scans kan kanker vaak in een vroegtijdig stadium ontdekt en daardoor beter behandeld worden.