De metershoge magazijnstellingen van de 90 x 40 meter grote opslagloods liggen bomvol onderdelen. Voorasfusees, versnellingsbakken, motorkappen, eindvertragingen, gegoten huizen, krukassen, motorblokken. Vooral technische en mechanische onderdelen. Knipperlichten en koplampen ontbreken.

Meindertsma Tractor Parts and Tractors demonteert alle mogelijk merken. John Deere, Same, New Holland, Deutz, Fendt, International, MF. De gedeukte, verbrande of defecte landbouwvoertuigen verdwijnen in mootjes in de stellingen. „Hier liggen aan onderdelen pakweg 300 trekkers opgeslagen”, wijst Meindertsma. De gedemonteerde onderdelen vinden hun weg over de gehele wereld. Van Australië tot Canada, van Noorwegen tot Zuid-Afrika.

De wortels van het familiebedrijf liggen in Zeeland. Opa Meindertsma, onderhoudsmonteur in een cokesfabriek, zette in 1951 in Sluiskil een eigen mechanisatiebedrijfje op. Een berekening op de achterkant van een sigarendoosje leerde dat een gekochte trekker in onderdelen meer opbracht dan in z’n geheel.

Door de overname in 1961 van Trekkerpark Nederland verhuisde de firma Meindertsma naar Leersum. De import uit Engeland en de export naar Duitsland en Suriname kwam op gang. Vader Eelke Meindertsma nam in 1971 het bedrijf over en verhuisde negen jaar later naar Kapel-Avezaath. Sinds 1994 runnen zijn zonen, Goitzen, Frank en Mark, de onderneming.

Meindertsma Tractors and Tractor Parts bestaat feitelijk uit drie bedrijven met in totaal tien man personeel en af en toe wat stagiairs. Goitzen zwaait de scepter over de demontage, Frank doet in gebruikte tractoren, terwijl Mark de motoren onder zijn hoede heeft. Drie BV’s onder één dak met één telefoonnummer.

Drie kapiteins op één schip lijkt vragen om moeilijkheden. Goitzen schudt zijn hoofd. „Het zijn drie schepen. Er bestaat een natuurlijke scheiding tussen de drie bedrijfsonderdelen. Bovendien hebben we goede afspraken gemaakt. We verdienen niet aan elkaar. In de praktijk loopt het altijd vanzelf.”

Goitzen koopt in heel Europa tractoren op bij mechanisatiebedrijven. „Ik maak regelmatig een rondje. Naar Denemarken, Duitsland, Noorwegen.” Contacten onderhouden is belangrijk. „Als ik een halfjaar niet in Denemarken ben geweest, hoor ik niets meer van hen.”

Volgende week rijdt Goitzen naar Duitsland. „Bij Stuttgart staat een tractor met schade. Vervolgens pak ik direct vijf, zes andere adressen mee.” De broers hebben regelmatig overleg. „Als ik een interessante tractor tegenkom, bel ik eerst Mark op om te vragen van de motor waard is.” Na aankoop verdelen de broers de handel. Goitzen de onderdelen, Mark de motor. Soms verdwijnt een courant exemplaar na een opknapbeurt naar de permanente voorraad van negentig tot honderd gebruikte tractoren van Frank.

Meindertsma is sinds kort aangesloten bij de Stiba, de brancheorganisatie van autodemontagebedrijven. Speciaal voor het tractordemontagebedrijf is een afdeling aanverwante voertuigen opgericht. Meindertsma is vooralsnog het eerste en enige lid.

Het slopen van tractoren is lucratief. Ieder jaar demonteert Goitzen 200 tot 300 tractoren, Frank verkoopt jaarlijks 300 tot 400 gebruikte tractoren, terwijl Mark 200 tot 300 motoren verwerkt. Toch staat de winst door steeds strengere regelgeving onder druk. „Dat kost ons 15 procent marge.”

Bovendien krimpt het aantal boeren in Nederland krimpt ieder jaar fors. „Daar staat tegenover dat wij steeds meer exporteren naar het buitenland. Vroeger ging 20 procent naar het buitenland. Tegenwoordig 60 procent.” Engeland, Denemarken en de Scandinavische landen zijn belangrijk, Duitsland is een groeimarkt. „Duitsers moeten door de recessie noodgedwongen van hun Gründlichkeit afstappen. Velen nemen tegenwoordig gebruikt in plaats van nieuw. Gebruikt kost de helft van nieuw.”

De Meindertsma’s merken vooralsnog weinig van een economische teruggang. „We profiteren er juist licht van. Natuurlijk verdwijnen er bedrijven die het financieel niet kunnen bolwerken. Maar tegelijkertijd krijgen we er klanten bij die overstappen van nieuw naar gebruikt. Wij hebben daar geen moeite mee.”

Voorheen moesten klanten hun onderdelen zelf uit de tractoren slopen. Tegenwoordig liggen alle onderdelen kant-en-klaar opgeslagen in hoge stellingen. „Wij controleren vooraf elk onderdeel. Gebruikt is daardoor net zo goed als nieuw.”