„Brand ergste wat schip kan overkomen”
DEN HELDER. Brand is het „ergste wat een schip kan overkomen”, zegt zegsman Peter Verburg van de kustwacht. Hij reageert op de reddingsoperatie op de veerboot Norman Atlantic. Op het schip met 478 opvarenden brak zondag brand uit.
„Je zit vast op een eiland”, aldus Verburg maandagmorgen. Breekt er aan boord brand uit, dan is het cruciaal dat er toereikende blusmiddelen aan boord zijn. „Schepen zijn volgens internationale wetgeving verplicht om voldoende reddingsmiddelen en brandbestrijdingsmiddelen aan boord te hebben. Denk aan reddingsvlotten. Als een schip kapseist, kan het echter lastig de eigen reddingsvlotten gebruiken. Bij een brand kunnen reddingsmiddelen worden vernietigd.”
Bij het scheepsongeval bij Italië worden opvarenden –vooral– met helikopters van boord gehaald. Maandagmorgen rond halfnegen bevonden zich nog zo’n 180 passagiers op het schip. „Ik heb begrepen dat er per helikoptervlucht zo’n vier tot zes mensen van de boot kunnen worden gehaald. Dat lijkt me een lastige zaak. Door de rook kan het voor de helikopterpiloot lastig zijn om te bepalen waar mensen zich precies bevinden. Als het mogelijk is, zal de piloot de kapitein vragen zijn schip zo te manoeuvreren, dat de helikopter zo gunstig mogelijk in de wind hangt.”
Is een helikopter op de plaats van het ongeval, dan gaat eerst een reddingslijn naar beneden, die moet worden aangepakt door een opvarende, legt Verburg uit. Vervolgens daalt vanuit de helikopter de redder langs de lijn af naar het schip. Eventueel volgt een arts vanuit de heli, voorzien van hulpmiddelen. Daarna worden passagiers (in tweetallen) naar boven gehesen. „Zo’n reddingslijn kan flink slingeren, maar mensen willen graag van boord af.”
Cruciaal is dat bemanningsleden in een noodsituatie de leiding nemen, stelt de kustwachtzegsman. „De kapitein beslist of zijn schip wordt geëvacueerd. Zijn eerste zorg moet zijn de passagiers van het schip te krijgen.”
Kan het zijn dat passagiers met de grootste mond voorrang krijgen? „Dat zou kunnen”, reageert Verburg. „Zeker wanneer bemanningsleden zelf geen overzicht meer hebben. Op een veerboot worden vaak allerlei talen gesproken. Dat kan de coördinatie van een reddingsactie bemoeilijken. Daarom is oefenen met dergelijke situaties zo belangrijk. Regelmatige oefeningen zijn verplicht.”
Mocht zich voor de Nederlandse kust een brand op een veerboot voordoen, dan zullen er zeker ook reddingsboten te hulp schieten, weet Verburg. „Wij kunnen onder meer altijd een beroep doen op de in totaal zo’n 75 reddingsboten van de KNRM. Die moeten binnen 10 minuten varen en halen een snelheid van zo’n 60 kilometer per uur. Ook bij flinke golven kunnen ze afmeren langs een veerboot.”
De kustwacht beschikt over twee helikopters, gestationeerd op vliegveld De Kooy, bij Den Helder. De heli’s evacueren jaarlijks zo’n honderd opvarenden, meestal mensen met een medisch probleem. De laatste omvangrijke reddingsoperatie op de Noordzee waarbij Nederland betrokken was, deed zich voor in december 2012. Het 148 meter lange autotransportschip Baltic Ace zonk na een aanvaring. „Elf mensen verdronken, dertien opvarenden in het water konden worden gered.”