Kerk & religie

Vervolgde christenen zijn het bewijs dat God bestaat

HARDINXVELD-GIESSENDAM. Van vervolgde christenen kun je leren dat God bestaat, stelt Richard Groenenboom. „Waarom zou een Noord-Koreaanse christen anders teruggaan naar zijn vaderland om mensen over God te vertellen?”

Van een medewerker
29 December 2014 09:46Gewijzigd op 15 November 2020 15:30
HARDINXVELD-GIESSENDAM. Ruim honderd jongeren woonden zaterdag een avond bij van de Kom Ook-Groep waar Richard Groenenboom van Stichting De Ondergrondse Kerk over christenen in Noord-Korea sprak.  beeld Cees van der Wal
HARDINXVELD-GIESSENDAM. Ruim honderd jongeren woonden zaterdag een avond bij van de Kom Ook-Groep waar Richard Groenenboom van Stichting De Ondergrondse Kerk over christenen in Noord-Korea sprak.  beeld Cees van der Wal

De manager externe relaties van Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK) en EO-radioverslaggever sprak zaterdagavond voor de Kom Ook-groep, die avonden organiseert voor christelijke jongeren vanaf 16 jaar. De bijeenkomst in Hardinxveld-Giessendam werd bezocht door ruim honderd jongeren.

Groenenboom constateerde dat bij christenen in Nederland de vraag naar het bestaan van God zomaar kan bovenkomen. „Van vervolgde christenen kunnen we leren dat God er is,” zei hij, terwijl hij verwees naar de levensgeschiedenissen van Noord-Koreaanse christenen. Hij noemde in het bijzonder de Noord-Koreaanse Esther als voorbeeld.

Esther ontvluchtte haar land en werd christen. Ze helpt nu in Zuid-Korea onder meer met het verzenden van luchtballonnen met Bijbels naar Noord-Korea, volgt lessen aan een Bijbelschool en werkt mee aan radioprogramma’s voor haar volk. Het is haar droom om terug te gaan naar haar vaderland om daar de mensen over Christus te vertellen. „Ik weet dat mijn leven veilig is bij God, en als ze me vermoorden, ga ik naar de Heere”, zegt ze. Esther belt weleens –drie minuten, langer kan niet– met haar familie in Noord-Korea. Meerdere familieleden zijn al tot geloof gekomen.

Groenenboom noemde ook de naam van Bae, die opgroeide in een christelijk gezin zonder Bijbel. Daarom vertelden zijn ouders hem de verhalen uit Gods Woord. Hij kwam in de gevangenis terecht, waar hij elke dag werd ondervraagd en mishandeld. Bae kwam vrij en het lukte hem te ontsnappen naar Zuid-Korea, waar hij nu docent is. Overigens, zo zei Groenenboom, kijken de meeste Zuid-Koreanen neer op gevluchte Noord-Koreanen.

De spreker noemde ook Josef, wiens moeder was geëxecuteerd wegens het bezit van een Bijbel. Zij was in China met het christelijk geloof in aanraking gekomen en had, met gevaar voor eigen leven, Bijbels meegenomen naar Noord-Korea, en sprak zelfs met mensen in haar woonplaats over het christelijk geloof, iets wat levensgevaarlijk was. Toen ze merkte dat het te gevaarlijk werd, heeft ze haar zoon laten vluchten. Bij haar thuis werd een Bijbel gevonden, waarna haar vonnis vaststond.

Getuige-zijn

Als tweede les noemde de SDOK-medewerker het getuige-zijn. Groenenboom was korte tijd na de slachtpartij van christenen in de Indiase deelstaat Orissa in 2008 in het gebied aanwezig. Toen al kwam hij onder de indruk van de vergevingsgezindheid van de christenen daar, onder andere van een meisje van 14 jaar dat verkracht was, en van een oude man, Kameswar Digal, wiens been afgehakt was.

Vijf jaar na de gebeurtenis was hij er weer en toen hoorde hij het levensverhaal van Nobi, die hindoe was geweest en christenen mishandeld had. Na de aanslagen werden zijn vrouw en dochter echter zo ziek dat Nobi dacht aan een straf van de God van de christenen. Hij ging in zijn radeloosheid naar een predikant toe en vroeg hem mee te komen naar zijn huis. De predikant aarzelde even, maar ging toch mee. Tijdens het gesprek thuis beleed Nobi zijn zonden. Drie dagen daarna knapten zijn vrouw en kind op. Nobi besloot naar de christelijke kerk te gaan, waar men hem niet minachtte, maar naast hem ging zitten om hem uitleg te geven. Groenenboom: „Het gebeurde door het getuigenis van de dominee. Nu worden er in dat gebied elke maand zo’n tachtig voormalige hindoes gedoopt. Ze zijn door de liefde van christenen tot geloof gekomen.”

Als derde les van de vervolgde christenen noemde Groenenboom het leven in afhankelijkheid. „Een predikant van een kerk in Nigeria waarvan tachtig kerkleden zijn omgekomen, zei: „Het is beter om te zijn op een gevaarlijke plek met God, dan op een veilige plek zonder God. Ik ga waar God roept.””

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer