De vier zitten op de terroristenafdeling. Ze zijn het niet eens met het strenge regime waaronder ze vastzitten. Zo worden ze apart gehouden van elkaar en worden ze gevisiteerd als ze bezoek hebben gehad.

De twee die weer gaan eten vinden de tegemoetkomingen die de directie heeft gedaan genoeg. Zo mogen de gedetineerden voortaan samen recreëren en mogen ze ook het vrijdaggebed samen doen. Een derde, de van ronselen voor de jihad verdachte Azzedine C. (alias Abou Moussa) uit Den Haag, vindt dat allemaal niet voldoende, zegt zijn advocaat André Seebregts.

Een belangrijk bezwaar van de vier was dat het zeer zware regime van de terroristenafdeling automatisch geldt voor iedere gedetineerde die wordt verdacht van een terroristisch misdrijf. Er wordt dus niet per persoon gekeken of dat wel noodzakelijk is.

Abou Moussa zou inmiddels op een nog zwaarder regime zijn gezet dan de ‘gewone’ terroristenafdeling. Reden is dat hij een beheersrisico zou opleveren, aldus Seebregts. De verdachte blijft bij zijn eisen. Die zijn onder meer dat per individu wordt gekeken of het regime noodzakelijk is, dat het onnodig visiteren ophoudt en dat ze vaker dan 1 keer per maand met een psycholoog kunnen praten.

Van de vierde hongerstaker is niet duidelijk of hij doorgaat met zijn actie.