Mooi dat we als start van deze cd een transcriptie van een onbekend barokconcerto horen: het Concerto ”La Folia” –een bekend thema in de 17e eeuw– van Corelli. Het werk is een fraaie variatiereeks waarin we horen dat Van Gruisen met beide benen nog in de barokke klankwereld stond, al hoor je in de Fluit Traver de galante tijd al aankomen. Het spel van Jansen is robuust en de registraties zijn uitstekend op het instrument aangepast, met een prachtig toucher, goed passend bij het orgel.

Ook bij de zevende Suite van Händel gaat het om een eigen transcriptie van Jansen. Het betreft hier niet al te diepgravende muziek, al had in de Sarabande een wat vrijere agogiek nog wat meer diepgang kunnen creëren. De partita ”O Gott, du frommer Gott” van Bach bewijst dat deze instrumenten vooral in de kleinere registraties grote kwaliteiten bezitten (zoals de Sexquialter in de eerste variatie). In variatie 3 is een prachtige balans tussen vrijheid en een doorlopende cadans te horen, evenzo in variatie 4. Wat mij betreft is dit werk het hoogtepunt van deze schijf.

C. Ph. E. Bach is vertegenwoordigd met de niet zo vaak gespeelde Sonate in d-moll. Voor deze muziek mis je qua klank net die flexibiliteit die je bij bijvoorbeeld de gebroeders Lohman vaak aantreft. De vierde Sonate van Mendelssohn krijgt hier tot slot een technisch gave en weloverwogen uitvoering.

Jan Jansen bespeelt het orgel van de Grote of Sint-Maartenkerk te Hallum; STH Records (1414822); € 20,-; bestellen via Orgelfonds Oude Kerk Soest: www.orgelfonds-oudekerk-soest.nl