Vijf instellingen meldden een recordaantal bezoekers. Het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum in Amsterdam, het Gemeentemuseum in Den Haag, het Spoorwegmuseum in Utrecht en het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden kregen nooit eerder zoveel mensen over de vloer. Ook het Kröller-Müller Museum in Otterlo en het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen waren dit jaar veel populairder.

Volgens Siebe Weide, directeur van de Museumvereniging, profiteren musea nog steeds van het ‘kroonjaar 2013’. Toen floreerden musea door de vele heropeningen. „Die piek is nog niet over. Mensen zijn nog steeds nieuwsgierig.” Ook de kwaliteit van de tentoonstellingen is hoog, vindt Weide. „De musea hebben daarmee klassewerk geleverd. Ze toonden niet alleen bling bling, maar er was ook verdieping.”

Zo trok het Haagse Gemeentemuseum ruim een half miljoen bezoekers, mede dankzij een expositie met werk van Mark Rothko. Het Stedelijk koerst dit jaar af op 800.000 mensen. Dat is het hoogste aantal sinds de opening in 1895 en fors meer dan de 700.000 in het volledige openingsjaar 2013, nadat het museum na een jarenlange verbouwing weer open was gegaan. Een tentoonstelling rond Marlene Dumas bracht veel bezoekers op de been.

Het best bezochte museum was het Rijks, waar bijna 2,5 miljoen mensen een kaartje kochten. De heropening van de Philipsvleugel zorgde voor een belangrijke impuls. Het Mauritshuis in Den Haag en de Kunsthal in Rotterdam profiteerden van de heropening. Paleis Het Loo is een van de weinige musea waar het aantal bezoekers flink daalde, met zo’n 50.000 naar 370.000. Voor het Apeldoornse museum was 2013 echter een topjaar vanwege de troonswisseling.

Weide hoopt dat musea met de bezoekersaantallen „op dit hoge niveau” kunnen blijven. „Qua tentoonstellingsprogramma, gebouw en faciliteiten staan de musea er hartstikke goed voor. Maar ze hebben ook te maken met een flinke daling van subsidies en door de economische crisis is de geldstroom voor sponsoring heel erg dun. Het blijft spannend.”