Lof voor Nederlandse zorg om Syrische vrouw
LEERDAM. De verlamde Syrische vrouw Sawsan (48) kwam onlangs naar Leerdam. Ze raakte zwaargewond tijdens de oorlog in Syrië. Haar 69-jarige moeder Em Sawsan is dankbaar voor de zorg in Nederland. „Ze zijn hier ontzettend goed voor mijn dochter.”
„Ik voel me thuis in Nederland”, zegt de moeder. „Het is fijn in Leerdam. De mensen zijn vriendelijk. Ook in verpleeghuis Lingesteyn zijn ze heel aardig. Het belangrijkste is: ze zijn ontzettend goed voor Sawsan.” Em Sawsan kwam onlangs naar Nederland. Zij kreeg met haar schoonzoon en twee kleinkinderen een woning toegewezen in Leerdam, dochter Sawsan (48) wordt verzorgd in verpleeghuis Lingesteyn.
Heimwee naar Syrië heeft Em Sawsan niet. „Natuurlijk mis ik de rest van mijn familie, mijn kinderen en kleinkinderen. Maar nu telt alleen de zorg voor Sawsan. Zij heeft me nodig.”
Het drama voor de familie begint in de zomer van 2012 als de burgeroorlog in Syrië in volle gang is. Hun woonplaats Damascus is het toneel van hevige gevechten. Tijdens een schietpartij raakt Sawsan levensgevaarlijk gewond. Haar eveneens gewonde zoon brengt haar naar een ziekenhuis, waar ze na uren wachten wordt geopereerd. Haar moeder verblijft die zomer bij haar zoon Rakan en zijn vrouw Alie in Leerdam. „Daar hoorde ik het vreselijke nieuws. Ik ben zo snel mogelijk naar Syrië teruggevlogen. Ik was vreselijk in de war. Ik vreesde dat ze zou overlijden.”
Terug in Damascus wijkt Em Sawsan niet van het bed van haar dochter. „Het was het ergste wat ik ooit heb gezien. Ze had vreselijke wonden aan haar hoofd, haar conditie was slecht. Ze was door al het vocht opgezwollen en lag in coma. Rakan en Alie hadden gezegd dat ik toch tegen haar moest praten. Misschien kon ze me horen. „Hier ben ik. Ik ben je moeder. Ik ben terug, ik blijf bij je”, heb ik gezegd. Ze knipperde met haar oogleden. Ze hoorde me.”
Sawsan lag tien dagen in coma, bleef maanden in het ziekenhuis. Haar moeder verzorgde Sawsan. „Moeder is in twee jaar tijd twintig jaar ouder geworden”, zeggen Rakan en Alie. De moeder: „Ik ben zo dankbaar dat ze nog leeft. Ik bid dat ze beter wordt.”
Vanwege het gevaar in Damascus wijken Sawsan, haar moeder en andere familieleden uit naar Libanon, waar ze met negen personen een kamer huren. Vanuit Nederland sturen Rakan en Alie geld voor de huur, voedsel, medicijnen en behandeling. Bovendien doen ze er alles aan om hun familie naar Leerdam te halen.
Vorige maand lukte dat via UNHCR, de hulporganisatie van de Verenigde Naties. De gemeente Leerdam en zorgorganisatie Rivas regelden voor Sawsan een plek in Lingesteyn, voor de familie kwam een huis beschikbaar. Rakan, Alie en hun moeder raken niet uitgepraat over de steun die ze ondervonden. Van dominee J. A. W. Verhoeven en de hervormde gemeente van de Pauluskerk, de gemeente Leerdam, de plaatselijke en de landelijke politiek, allerlei instellingen of mensen die een gift gaven. „De reis was zo goed geregeld; overal stonden ambulances klaar. We staan in het krijt bij Nederland. De mensen zijn zo goed. Ze hebben Sawsan gered, rust gebracht in het leven van onze familie. We zijn verliefd op dit land”, zeggen Rakan en zijn moeder.
Em Sawsan went snel. „Het is heerlijk rustig hier. In Syrië hoor je altijd bommen en raketten.” Met Sawsan gaat het beter. Ze weegt nog geen 38 kilo, maar sterkt aan. Ze is grotendeels verlamd, kan niet praten en wordt gevoed door een neussonde. „Maar ze begrijpt ons, reageert, toont emoties. Ze moet lachen als we praten, soms heeft ze een traan op haar wang en ze kijkt rond. Ze is nog te zwak voor fysiotherapie, maar een psycholoog en een logopediste gaan kijken of we dit contact uit kunnen bouwen.” De moeder van Sawsan wil in 2015 aan haar inburgering werken. „Ik leer Nederlands, wil zelf met de artsen kunnen spreken en alleen naar de winkel gaan. Mijn grootste wens is dat het goed komt met Sawsan.”