Verbinding
Johannes 1:14
„Het Woord is vlees geworden.”
Wanneer Johannes zegt: „Het Woord is vlees geworden”, dan getuigt hij allereerst dat de Vader en de Zoon niet dezelfde Persoon zijn. Want de Vader heeft de menselijke natuur niet aangenomen. Want Hij onderscheidt Zich van de Zoon als Hij zegt: „Deze is Mijn geliefde Zoon.”
Verder, wanneer er gezegd wordt: „Het Woord wordt vlees”, is het noodzakelijk dat daaronder een Persoon verstaan wordt. Want –zoals ik hiervoor aangetoond heb– in de Christus, geboren uit de maagd, blijft de scheppende Goddelijke natuur. Daarom is de Logos een persoon.
Verder, als de Logos slechts een gedachte was, die de Vader Zelf is, dan zou deze gedachte geen vlees worden. Want de Vader wordt geen vlees, en ook kan van een voorbijgaand woord niet gezegd worden dat het vlees wordt. Want het gaat immers voorbij en verdwijnt.
Maar de Logos blijft in Christus, Die uit de maagd geboren is. In de Christus, Die geboren is uit de maagd Maria, zijn dus de twee naturen, de Logos en de menselijke natuur, zó verenigd, dat de Christus één Persoon is.
Want de Kerk heeft dit woord verenigen gebruikt. Want dat de ouden soms het woord ”vermengen” gebruikt hebben, dat moet voorzichtig verstaan worden, opdat er niet gedacht wordt aan een samenvloeien van naturen.
Philippus Melanchthon, theoloog te Wittenberg (”Loci communes”, 1551)