Irak bereid tot dialoog met VN
Irak is bereid zonder voorwaarden vooraf te spreken met de Verenigde Naties.
De Iraakse president, Saddam Hussein, heeft via de voorzitter van de Arabische Liga, Amr Moussa, laten weten zonder voorwaarden een dialoog te willen met secretaris-generaal Kofi Annan van de VN over de uitvoering van resoluties die de Veiligheidsraad over Irak heeft uitgevaardigd.
Annan heeft volgens de VN geantwoord een Iraakse delegatie te zullen ontvangen om over de resoluties te spreken. De Veiligheidsraad van de VN vaardigde in 1990 strenge sancties uit tegen Irak nadat het land Koeweit was binnengevallen.
De strafmaatregelen worden pas opgeheven als Irak controleerbaar afziet van de productie van massavernietigingswapens. De controle door de VN daarop is echter door het Iraakse regime gesaboteerd. De VN en Irak zijn in een impasse geraakt, terwijl er niemand meer van de VN in het land is om de eventuele ontwapening te aanschouwen.
Binnen de Veiligheidsraad, het lichaam dat uiteindelijk over de politieke lijn ten aanzien Bagdad beslist, heerst verdeeldheid. De VS en Groot-Brittannië willen onverbiddelijk dat Irak doet wat de raad destijds heeft opgedragen. De overige drie permanente leden willen een soepeler opstelling. Irak staat nu echter onder grote druk van de Amerikaanse president Bush, die het land een van de drie centra van het kwaad op aarde noemde. De VS lijken zich niet meer bezig te houden met de vraag of Irak militair zal worden aangevallen, maar eerder met de vraag hoe en wanneer.
De Turkse premier, Bulent Ecevit, adviseerde maandag de Iraakse president Saddam Hussein inspecteurs te gedogen om een Amerikaanse aanval te voorkomen. Ecevit zegt in een brief aan Hussein dat Turkije probeert een aanval op het buurland Irak af te wenden, maar daarin niet zal slagen als Irak volhardt in zijn weigering inspecteurs toe te laten. Ecevits bureau gaf de brief maandag vrij en zei dat het document was verzonden aan de Iraakse ambassade in Ankara. Ecevit benadrukt dat hij niet tot de stap zou zijn overgegaan „als de situatie niet zo ernstig zou zijn.”
Turkije diende in de oorlog van 1991 als uitvalsbasis voor aanvallen op Irak. Het heeft een luchtmachtbasis in bruikleen gegeven van waaruit Amerikaanse en Britse gevechtsvliegtuigen patrouillevluchten maken boven het noorden van Irak.
Iran heeft maandag geërgerd gereageerd op uitlatingen van de Amerikaanse minister van Defensie, Rumsfeld, van zondag. Rumsfeld beschuldigde Teheran ervan het internationaal terrorisme te steunen door gevluchte strijders van al-Qaida en de Taliban onderdak te verlenen.
Een woordvoerder van het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken sprak deze aantijgingen tegen. Ook de beschuldiging van president Bush, die vorige week in zijn State of the Union zei dat Iran, Irak en Noord-Korea een „as van het kwaad” vormen die massavernietigingswapens maakt en verspreidt, wees hij van de hand.
„Het zou beter zijn als de Amerikaanse leiders zich zouden uitlaten op grond van feiten in plaats van hun fantasie, en als ze eens met bewijzen zouden komen”, aldus de Iraanse woordvoerder Hamid Reza Asefi. Hij voegde eraan toe dat de grens met Afghanistan hermetisch is gesloten.
De zegsman ging ook in op de mogelijkheid van een Amerikaanse aanval op Iran. „Ik hoop niet dat de Amerikanen zo’n enorme en onherstelbare fout maken”, zei hij.
Ook de Iraanse vice-president Mohammad Abtahi riep de VS ertoe op bewijzen te overleggen. In een vraaggesprek met een tv-station in Abu Dhabi beschuldigde hij de VS ervan de wereld te willen beheersen.
Rumsfeld zei zondag er zeker van te zijn dat Teheran leden van de Taliban en Osama bin Ladens terreurnetwerk al-Qaida heeft geholpen te ontkomen. Ook zou Iran wapens leveren aan strijdende partijen in Afghanistan en zo de stabiliteit in dat land ondermijnen.
Iran is van oudsher een gezworen vijand van de Taliban. Secretaris-generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan bedankte het land onlangs voor de „grote steun” die het levert in de internationale strijd tegen terrorisme. De Iraanse president, Khatami, was een van de eerste wereldleiders die de aanslagen in de VS op 11 september veroordeelden.