De VS vermoeden dat Noord-Koreaanse hackers de computers van Sony Pictures hebben gekraakt en met terreuraanslagen hebben gedreigd vanwege de film The Interview, over een door journalisten te plegen moordaanslag op de Noord-Koreaanse leider Kim Jong Un. Obama beloofde een ‘proportioneel’ antwoord op de hack. „Wij laten ons niet intimideren door een stel cyberhackers”, zei Obama in een interview met het CBS-programma State of the Union.

Republikeinse politici hekelden de lankmoedige houding van Obama. „Het is een nieuwe vorm van oorlogvoering en wij moeten die vorm van oorlogvoering beantwoorden met een betere vorm van oorlogvoering”, zei senator John McCain. Collega Lindsey Graham sprak van ‘een terreurdaad’ en pleitte voor herinvoering van sancties en het plaatsen van Noord-Korea op de lijst van landen die terrorisme ondersteunen. De VS moeten het ’de Noord-Koreanen zo moeilijk maken, dat ze dit voortaan uit hun hoofd laten", zei Graham.

Noord-Korea stond twintig jaar op die lijst. Het werd in 2008 door de regering-Bush geschrapt tijdens onderhandelingen over zijn nucleaire activiteiten. Op de lijst staan nu alleen nog Iran, Sudan, Syrië en Cuba. Tegen die landen gelden Amerikaanse sancties die hulp, defensiecontracten en bepaalde financiële transacties beperken.

Om Noord-Korea weer op die lijst te krijgen wordt nog lastig. Het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken moet dan vaststellen dat het land bij herhaling internationale terreurdaden heeft ondersteund, een definitie die tot nog betrekking had op gewelddadige, fysieke aanvallen, niet het hacken van computers. Noord-Korea heeft in elk geval met tegenmaatregelen gedreigd als de VS tot sancties overgaan. Waar die tegenmaatregelen eventueel uit zullen bestaan werd in het midden gelaten.