Oorlog Syrië ‘catastrofaal’ voor monumenten
WASHINGTON (ANP). De archeologische opgravingen in Syrië hadden al zwaar te lijden onder bombardementen en moedwillige vernielingen door Islamitische Staat (IS). Nu blijkt dat ze nog verder afkalven door plunderaars. Uit een nieuw rapport blijkt dat er sprake is van „wijdverspreide plundering” op plekken die Syrië had genomineerd voor een plek op de Werelderfgoedlijst van de Unesco.
Zo is een oude Mesopotamische handelspost in gevaar, net als een 4500 jaar oude stad waar duizenden kleitabletten werden bewaard. Ook een kapel met de oudste afbeelding van Jezus Christus wordt bedreigd, blijkt uit het rapport waarover The Washington Post zaterdag bericht.
Het rapport van de Amerikaanse Vereniging ter Bevordering van de Wetenschap baseert zich op satellietbeelden van zes van de twaalf Werelderfgoedlocaties. Daarop zijn graafmachines te zien en putten waar is gegraven.
Het ergst eraan toe is Dura-Europos, een stad uit de derde eeuw voor Christus op de westoever van de Eufraat. De stad heeft invloeden van zowel de oude Grieken als de Romeinen en de Perzen, waar onder meer in een kapel een afbeelding van Jezus uit het jaar 235 te zien is.
„De hoeveelheid plunderingen op archeologische plaatsen in Syrië sinds het begin van de opstand is catastrofaal”, zegt een deskundige van oudheden uit het Midden-Oosten van de universiteit van Pennsylvania tegen de krant.
De schade aan de oude stad Raqqa is waarschijnlijk niet het gevolg van plundering. De stad uit 300 voor Christus is nu het hoofdkwartier van IS, die er waarschijnlijk kerken en moskeeën heeft vernield die niet in lijn waren met IS’ strenge interpretatie van de islam. De groepering staat er bovendien om bekend dat ze oudheden verkoopt. Binnen de invloedssfeer van IS liggen meer dan vierduizend archeologische plaatsen.