De raming voor de ontwikkeling van het prijspeil in de Eurozone van 0,7 procent waarmee de ECB begin december naar buiten kwam, is volgens Constancio al verouderd. Hij merkt op dat de olieprijzen sindsdien met nog eens 15 procent zijn gedaald.

„We verwachten nu negatieve inflatie in de komende maanden en dat is iets waar elke centrale bank veel aandacht voor moet hebben”, stelt de vicepresident van de ECB.

Maar Constancio heeft niet de indruk dat de Eurozone afkoerst op deflatie. „Daarvoor heb je een langere periode van negatieve inflatie nodig. Als de negatieve inflatie een tijdelijk fenomeen is, zie ik geen gevaar daarvoor.”

De inflatie in de eurozone zakte vorige maand naar 0,3 procent en blijft daarmee ver verwijderd van het door de ECB nagestreefde peil van iets minder dan 2 procent. De lage inflatie voedt de vrees voor deflatie, een periode van aanhoudende prijsdalingen die een rem zetten op de economische groei. Die zorgen worden versterkt door de scherpe daling van de olieprijs, die de inflatie verder drukt.

De afgelopen maanden verlaagde de ECB daarom de rente al en werd begonnen met de opkoop van leningen bij banken. Die stappen zijn bedoeld om de kredietverlening te stimuleren, zodat de vraag toeneemt en de prijzen kunnen stijgen. ECB-president Mario Draghi gaf onlangs aan dat de centrale bank begin volgend jaar bepaalt of er nieuwe maatregelen nodig zijn in de strijd tegen de bijzonder lage inflatie.