Commentaar: Het verdwijnen van een symbool staat voor méér
Voor wie het gemist heeft door alle ophef over de bijna-kabinetscrisis: de Bijbel, de Koran en andere naslagwerken verdwijnen van de tafel van de voorzitter van de Tweede Kamer. De officiële lezing is dat de boeken moeten verdwijnen om plaats te maken voor een nieuw knoppenpaneel. Je hoeft geen doorgewinterde scepticus te zijn om bij deze verklaring een flink vraagteken te zetten. In een tijd van microchips is het moeilijk voorstelbaar dat dit knoppenpaneel de werkelijke reden is voor het verdwijnen van de boeken.
Het lijkt er eerder op dat er gezocht is naar een nette aftocht van de Bijbel én de Koran uit de vergaderzaal van de Tweede Kamer. De PVV pleit al langer voor het verwijderen van de Koran uit de Kamer. De politiek wil deze eis niet inwilligen, hoewel er tegelijk nogal wat parlementariërs zijn die, al was het maar vanwege de scheiding van kerk en staat, geen ‘ideologische’ boeken in de vergaderzaal van de Kamer willen. Nu worden de Koran en de Bijbel via een truc toch verwijderd uit de Kamer. Nee, de PVV krijgt absoluut niet haar zin. Maar ondertussen zijn de boeken wel verdwenen. De voorzitter van de Tweede Kamer zal in de toekomst gebruikmaken van een e-reader waarop de teksten van de boeken staat.
Niemand zal verbaasd zijn dat er nogal wat christenen verdrietig zijn over de fysieke verwijdering van de Bijbel uit de vergaderzaal van ons parlement. Dat er bij hen minder verdriet is over het feit dat ook de Koran verdwijnt, heeft niets met discriminatie te maken. Wie de geschiedenis van ons land en ons werelddeel een beetje kent, weet dat onze cultuur diepgeworteld is in het joods-christelijke denken. Natuurlijk is het verdwijnen van de Bijbel uit de Tweede Kamer niet meer dan een symbolische handeling. Met dat dit Boek verdwijnt, zullen de besluiten die in de Kamer genomen worden niet ineens seculierder worden. Maar een symbool is nooit alleen maar een lege huls. Het staat voor iets wat waarde heeft. Anders zouden we het geen symbool noemen.
De fysieke aanwezigheid van de Bijbel in het parlement staat voor erkenning dat we ons bewust zijn van het feit dat onze cultuur ook wortels heeft in de Bijbel. Wortels die tot op de dag van vandaag zichtbaar zijn. In onze taal en wetgeving, om maar wat te noemen. Onze koning regeert bij de gratie Gods. Bij zijn inhuldiging legde hij de eed af en riep daarbij Gods Naam aan om hulp. Op het muntstuk van 2 euro staat het randschrift ”God zij met ons”. Allemaal symbolen die ergens voor staan. Zelfs het Nederlandse koningschap is grotendeels symbolisch. Maar daarom schaffen we het –gelukkig– nog niet af.
Met de verdwijning van de Bijbel uit de Kamer hebben we weer een wortel doorgesneden waaruit onze cultuur is ontstaan. Een van de wortel afgesneden bloem kan trouwens nog geruime tijd prachtig pronken. Maar verwelken zal hij. Omdat met het afsnijden van de wortel de dood ten principale is ingetreden.
Met Kerst gedenken we dat het Woord vlees werd. In Jezus Christus werd God Mens. Hij is onze hoop. Als christenen betreuren we in deze adventsdagen het verlies van een symbool, maar niet als degenen die geen Hoop hebben.