Cultuur & boeken

Spotlight: rondkijken in de hemel met Colton Burpo

Bijna-doodervaringen kunnen voor degene die ze meemaakt levensveranderend zijn. Maar of zo’n ervaring bedoeld is om er de hemel mee te bewijzen? Het verhaal van Colton Burpo, hoe ontroerend ook, speelt vooral in op de menselijke behoefte om niet te geloven, maar te zien.

Enny de Bruijn
19 December 2014 06:57Gewijzigd op 15 November 2020 15:19
Beeld Fotolia
Beeld Fotolia

In christelijke kringen was het vorig jaar mateloos populair, het boekje ”De jongen die in de hemel was”, over een kind van nog geen vier jaar dat in het ziekenhuis een bijna-doodervaring meemaakte. Zijn vader, een methodistische dominee, beschreef de ervaringen van zijn zoontje in een spannend verhaal, dat de hele wereld over ging, verfilmd werd en op die manier miljoenen in het hart raakte. Ook in reformatorisch Nederland.

Vader Todd Burpo weet zijn lezers heel knap mee te nemen: door te beginnen bij zijn eigen ongeloof bij de verhalen van zijn zoontje: dit kan toch niet waar zijn? Colton blijkt te weten wat zijn vader en moeder in het ziekenhuis deden terwijl hij bewusteloos was. Hij vertelt dat de engelen op dat moment voor hem zongen, hij vertelt ook hoe Jezus eruitzag: met vriendelijke ogen en vlekken van rode stiften op Zijn handen en voeten. Hij beschrijft overleden familieleden die hij in de hemel gezien zou hebben, zelfs het zusje dat hij nooit gekend heeft en over wie zijn ouders hem nooit iets gezegd hebben.

Het ene raadsel stapelt zich op het andere, en uiteindelijk is er voor zijn vader maar één conclusie mogelijk: Colton is echt even in de hemel geweest en heeft daar mogen rondkijken, voordat hij weer terug moest naar de aarde. Dat ervaren zijn ouders als zoiets geweldigs en bijzonders dat ze maar één ding doen kunnen: zijn verhaal opschrijven en het de hele wereld laten weten.

Het doel daarvan is duidelijk: ze willen bewijzen dat de hemel bestaat. De uiteindelijke waarde van Coltons ervaring is voor hen zijn ooggetuigenverslag van de hemel, dat iedereen wel moet vertrouwen. Kinderen van 4 jaar oud hebben immers geen verborgen agenda, die zijn zo eerlijk en naïef dat ze niet anders kunnen dan gewoon vertellen wat ze gezien hebben.

Lezers pakken die boodschap gretig op. Dat is niet verwonderlijk, want verhalen over ervaringen die erop wijzen dat er méér is dan onze zintuigen waarnemen, kunnen automatisch rekenen op enorme belangstelling. Denk aan de visioenen van de middeleeuwse mystici, de volksverhalen over verschijningen van engelen of heiligen, de bekeringsgeschiedenissen vol bovennatuurlijke gebeurtenissen, de recente bestsellers van Eben Alexander en Pim van Lommel over bijna-doodervaringen.

Zulke verhalen zijn geen verschijnsel van onze tijd alleen, en bovendien zijn niet al die verhalen even betrouwbaar als ”gids voor het hiernamaals”. Bijna-doodervaringen komen in alle culturen voor (niet alleen in de christelijke traditie) en hebben altijd enorme impact op degene die ze meemaakt. Wát iemand precies ziet, kan intussen sterk ingekleurd zijn door wat zo iemand eerder al geloofde en zich voorstelde.

Op zichzelf is het geen probleem dat zulke ervaringen binnen een christelijke context een persoonlijke, geestelijke betekenis krijgen. De hele kerkgeschiedenis door zijn er mensen die dromen of visioenen krijgen, mystieke ervaringen hebben, bijzondere genezingen of andere bovennatuurlijke gebeurtenissen meemaken. Soms is dat bedrieglijk, soms authentiek. Hoe dan ook zal de mens die zoiets ervaart, daar altijd voor zichzelf mee in het reine moeten komen en het moeten toetsen aan de Bijbelse kaders.

Het wordt evenwel problematisch zodra dergelijke ervaringen gebruikt worden om het geloof te bewijzen. Lezers snakken ernaar om zulke verhalen te lezen, omdat ze inspelen op een fundamentele menselijke behoefte: eerst zien en dan geloven. En vader Burpo gaat daar helemaal in mee.

Hij gebruikt de verhalen van zijn zoontje om een gedetailleerd beeld van de hemel te schetsen, waarin een Drie-enige God voorkomt, overleden nabestaanden elkaar kunnen herkennen en Jezus eruitziet zoals op afbeeldingen in kinderbijbels. Daarmee is dan ‘bewezen’ dat de hemel bestaat en er precies uitziet zoals blijmoedig-orthodoxe protestanten het zich voorstellen.

De ervaringen van Colton worden steeds opnieuw naar boven gehaald en verder ingekleurd in gesprekken met zijn ouders. Daarmee begint de interpretatie, eerst door de ouders in wisselwerking met het kind, later door hun uitleg van die eerdere interpretatie, enzovoort, tot de ervaring via een eindeloos omsmeltproces eindigt als boek, en later ook als film. Tientallen mensen zijn daarin betrokken geweest en hebben hun best gedaan het verhaal binnen hun eigen denkkaders te duiden en structuur te geven – en de vraag is wat er dan nog overblijft van de reële ervaring van troost voor een bang kind dat op de operatietafel ligt.

Voor Colton zelf zal dat het moeilijkst zijn. Hij blijft de jongen die iets onuitsprekelijks heeft meegemaakt, maar wiens verhaal vervolgens geanalyseerd, geëxploiteerd en gecommercialiseerd is, die levenslang symbool moet zijn voor iets waar miljoenen mensen hun dromen en geloof en hoop aan ophangen. Dat is een te zware last voor wie dan ook, laat staan voor een jongen die nog aan de puberteit beginnen moet.

Zijn ouders zitten daar niet mee, die schrijven enthousiast door over het onderwerp. Inmiddels verscheen ook ”De hemel verandert alles” in het Nederlands, waarin de negatieve kanten van het verhaal nóg beter zichtbaar worden.

Natuurlijk, er staan veel mooie en waardevolle dingen in dit boekje, over zonde en vergeving bijvoorbeeld, of over geloof en levenspraktijk. Maar Coltons ouders ontlenen aan zijn ervaring ook allerlei andere inzichten: vraag bij twijfel om een bewijs van Gods bestaan, hecht veel waarde aan de bijzondere betekenis van ‘toevalligheden’, geloof dat de hemel er zo uitziet als in Coltons verhalen en zelfs dat er een waarheidsgetrouw portret van Jezus bestaat, getekend door Akiane Kramarik. Daar wordt scherp zichtbaar hoe geloof vermengd kan raken met eigen dromen en verlangens en overtuigingen, die vervolgens als onaantastbare waarheden gebracht worden.

”De jongen die in de hemel was”, Todd Burpo en Lynn Vincent; uitg. Plateau, Barneveld, 2013; ISBN 978 90 5804 087 9; 216 blz.; € 12,95.
”De hemel verandert alles”, Todd en Sonja Burpo; uitg. Plateau, Barneveld, 2014; ISBN 978 90 5804 100 5; 184 blz.; € 16,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer