Aanslag in Pakistan wijst op invloed van Islamitische Staat
AMMAN. Pakistan verkeert nog steeds in een shocktoestand na de dodelijke aanslag van de taliban op een school in Peshawar, begin deze week. Schokkend is ook dat alles erop wijst dat terroristen van Islamitische Staat (IS) voet aan de grond hebben in Pakistan en Libië en Israëlisch grondgebied naderen.
De bloedige aanval van de taliban op een school in Peshawar riep veel vragen op omdat van deze beweging bekend is dat ze in de tribale regio’s van Pakistan, waar de conservatieve Pataanstammen wonen, op veel sympathie kunnen rekenen. De Pakistaanse taliban hebben die favorietenrol altijd gekoesterd en de aanslag op een school in Peshawar past daarom niet in dit patroon. Dit soort ongekende wreedheid die uitsluitend het terroriseren van de lokale bevolking beoogt, lijkt eerder het handelskenmerk van de Islamitische Staat (IS) in Syrië en Irak te zijn.
Er zijn meer aanwijzingen in die richting. Zo brachten de Pakistaanse taliban op 4 oktober een officiële verklaring uit waarin ze hun onvoorwaardelijke steun uitspraken voor de IS. De IS werd daarbij assistentie van „moedjahedien (strijders) aangeboden en iedere mogelijke steun” toegezegd.
Bekend is verder dat in de stad Peshawar aanhangers van IS al maandenlang actief zijn met het openlijk uitdelen van pamfletten, terwijl IS ook voet aan de grond heeft gekregen in Kasjmir. De regering van India was zo gealarmeerd door deze ontwikkelingen dat ze enkele dagen geleden iedere steunbetuiging aan IS in de sociale media strafbaar stelde.
Net zo snel groeit de invloed van IS in de Arabische wereld. Op 12 november publiceerde IS een bericht waarin „moslims de blijde tijding werd gebracht” dat kalief Ibrahim de eed van trouw had geaccepteerd van islamitische bewegingen in vijf Arabische landen. Onder deze vijf bevonden zich Egypte, Libië en Saudi-Arabië die hiermee ”provincies” werden van de Islamitische Staat. In Egypte betrof het de jihadistische organisatie Ansar beit al-Maqdis, die voornamelijk in de Sinaï opereert maar die haar activiteiten heeft uitgebreid in heel Egypte.
Hoe gevaarlijk deze organisatie is geworden bleek begin deze maand toen ze erin slaagde om in het Suezkanaal korte tijd een Egyptisch oorlogsschip met 200 militairen aan boord te kapen. De aanval bleek tot in detail te zijn voorbereid. Strijders van Ansar beit al-Maqdis waren in bootjes het oorlogsschip genaderd en ensceneerden een botsing, wat hen in staat stelde het oorlogsschip te beklimmen. Het Egyptische leger wist hen uiteindelijk te overmeesteren. Nader onderzoek wees uit dat deze IS-strijders van plan waren om met het gekaapte schip naar de internationale wateren voor de kust van Israël te varen. Met de uiteindelijke bedoeling om op deze wijze Israëlische mariniers te ontvoeren die dan in een later stadium konden worden gebruikt om Palestijnse gevangenen vrij te krijgen. Het plan versterkt de beschuldiging van de Egyptische autoriteiten dat Ansar beit al-Maqdis samenwerkt met de Palestijnse Hamas.
Dat deze Ansar beit al-Maqdis onderdeel is geworden van IS wordt door deze laatste gebruikt voor propagandistische doeleinden. ”Beit al-Maqdis” is een oude islamitische benaming voor Jeruzalem, wat aangeeft dat deze beweging streeft naar de verovering van de stad. Israël wordt hierdoor aan zijn zuidelijke grens geconfronteerd met IS.
Mogelijk nog ernstiger is de situatie in Libië, waar gewapende milities het beeld bepalen en waar de staat lijkt opgehouden te bestaan. De stad Derna, die in het oosten van Libië op 200 kilometer afstand ligt van de Europese kusten, is grotendeels in handen van IS. Het Pentagon maakte onlangs bekend dat IS hier trainingskampen heeft opgericht voor strijders uit heel Noord-Afrika. De vrees bestaat dat deze strijders niet alleen bedoeld zijn voor Syrië, maar ook voor Europa. Onbevestigde berichten stellen dat ze zich ongemerkt zouden mengen onder de grote groepen illegale migranten die Europa overspoelen. De VS bepleiten daarom de anti-IS-coalitie ook uit te breiden naar Libië.