De musea ontvangen het bedrag in gedeeltes. Bovendien heeft het echtpaar in hun testament laten opnemen dat het grootste deel van hun erfenis na hun dood naar beide musea gaat. Die richten er een fonds van op.

Om hoeveel geld het gaat, willen de musea in overleg met de schenkers niet zeggen. Het bedrag maakt het mogelijk om de kennis over het joodse en het christelijke geloof uit te diepen en daar presentaties van in te richten.

Het echtpaar bezoekt de twee musea regelmatig. Ze vinden steun voor beide musea onontbeerlijk vanwege de afnemende kennis over het joods-christelijke erfgoed.