CDA kiest in toekomst voor „het radicale midden”
DEN HAAG. Het CDA heeft zijn koers voor de nabije toekomst bepaald. De partij kiest voor het radicale midden. Meer zeggenschap voor burgers, maar ook een kiesdrempel van 5 procent.
Dat blijkt uit het rapport ”Waarden, Democratie en Maatschappelijk Initiatief” dat de partij woensdag presenteerde. Het stuk wordt gedragen voor het CDA-partijbestuur en de CDA-fractie in de Tweede Kamer. Het drieluik levert bouwstenen voor toekomstige verkiezingsprogramma’s. De komende maanden spreken partijleden zich erover uit.
Slechte verkiezingsuitslagen leiden bij politieke partijen altijd tot diepgravende bezinning. Het CDA had alle aanleiding om tot een heroriëntatie te komen. De partij duikelde van 44 zetels in 2003 naar het historische dieptepunt van 13 in 2012.
Dogma’s
In januari 2012 kwam het zogenoemde strategisch beraad van de partij, onder leiding van oud-minister De Geus, met een eerste rapport onder de titel ”Kiezen en verbinden, politieke visie vanuit het radicale midden”. Volgens De Geus betekent het dat het CDA niet moet geloven in de dogma’s van links en rechts en niet moet kiezen voor polarisatie. „Het CDA moet er weer zijn voor alle mensen, de monteur, de verpleegkundige, de landbouwer en de student.” Maar heel concreet werd het allemaal niet.
Critici deden besmuikt over de koers, want wat werd nu precies bedoeld met het radicale midden? Het leek zelfs alsof het partijbestuur er enigszins verlegen mee was. Na die tijd nam vrijwel niemand de leus van De Geus over.
In het gisteren gepresenteerde drieluik noemen de scribenten eenmaal het rapport van De Geus. Maar zijn „radicale midden” noemen ze niet. Toch is deze term wel een prima samenvatting voor het drieluik van gisteren. Zeker, het CDA wil het midden houden tussen VVD en PvdA. De partij vindt niet dat de markt de overhand moet hebben.
Ook het staatsdenken van de PvdA verwijst de partij naar de prullenbak. Het CDA wil een brede volkspartij zijn met oog voor burgers. „Een pleidooi tegen de anonimiteit van de grootschaligheid en vóór de verbondenheid van de menselijke maat”, zo schrijven Tweede Kamerfractievoorzitter Buma en partijvoorzitter Peetoom in het voorwoord. „Het is een fundamentele keuze voor dé samenleving en daarmee voor een Nederland, waarin mensen weer het gevoel hebben echt burger te zijn.”
Dat is allemaal typerend voor het CDA en het past ook in de koers die de partij de afgelopen jaren volgde.
In het CDA-rapport worden de lijnen vanuit het verleden doorgetrokken en dat leidt tot een aantal radicale stellingnames.
Zo ziet het CDA graag dat sociale dienstverlening een vast bestanddeel van ieders leven uitmaakt. Het begrip werkloosheid zou wellicht afgeschaft kunnen worden: bij een uitkering hoort altijd sociale dienstverlening.
Vitaal
Vitale ouderen zou gevraagd kunnen worden zich wekelijks een bepaald aantal uren beschikbaar te stellen voor maatschappelijk werk. En een bedrijfsuitje kan goed een vrijwilligersproject zijn.
Burgers moeten meer invloed uitoefenen op politiek en bestuur. Dat kan onder meer door de invoering van een gemengd kiesstelsel naar Duits model. Om versplintering te voorkomen, pleiten de opstellers van het rapport voor een kiesdrempel van 5 procent. Daardoor zouden nu GroenLinks, CU, SGP, 50PLUS en de Partij voor de Dieren uit de Kamer verdwijnen.
Verder wil de partij een referendum nieuwe stijl waarin de uitslag bindend is. Tot slot moet er een andere wijze van burgemeestersbenoemingen komen. Allemaal punten waar het CDA zich tot nu toe conservatief toont, maar zich nu moderner opstelt. Bijna net zo radicaal als D66.
Initiatief
Belangrijk voor het CDA is de invoering van een maatschappelijk initiatief. Dat kan bijvoorbeeld door het ”right to challenge” uit Engeland op Nederlandse leest te schoeien en in te voeren. Burgers krijgen het recht om bepaalde taken die de overheid nu uitvoert op zich te nemen, bijvoorbeeld op het gebied van de zorg of openbaar groen.
De komende maanden moet blijken of de partijleden de nieuwe, radicalere koers steunen.