In zijn dissertatie –”Christian Müller – Orgelmaker in Amsterdam”– onderzoekt Gritter voor het eerst het volledige oeuvre van Christian Müller (1690-1763). Deze werd in St.-Andreasberg in de Harz (Duitsland) geboren, maar vertrok rond 1716 naar de Nederlanden.

De meeste bekendheid verwierf Müller met het grote orgel in de Sint-Bavokerk in Haarlem. Andere instrumenten van zijn hand staan onder andere in de Waalse Kerk in Amsterdam en in de Jacobijnerkerk in Leeuwarden. „Kenners en liefhebbers uit verleden en heden hebben zijn instrumenten geprezen vanwege hun schone klank, die krachtig is en toch lieflijk”, aldus Gritter. „Internationaal wordt de orgelbouwer beschouwd als een van de belangrijkste Noord-Europese orgelbouwers van de 18e eeuw.”

In zijn proefschrift stelt Gritter dat Müller qua uiterlijk en klankmogelijkheden de Hollandse orgelbouwstijl van zijn voorgangers Johannes Duyschot en Cornelis Hoornbeeck doorzette. „Daaraan voegde hij enkele Duitse elementen toe. Opvallend is bijvoorbeeld dat zijn orgel in de St.-Bavo te Haarlem veel meer Duitse invloeden vertoont dan zijn andere orgels. Zijn beroemdste orgel is daarmee in feite een uitzondering binnen zijn oeuvre.”

Gritter schreef zijn proefschrift bij prof. dr. Albert Clement, die als promotor optreedt. De plechtigheid vindt dinsdag om 14.30 uur plaats in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht.

Lees ook het RD-interview Müller meer dan Bavo-orgel met Gerben Gritter over Müller uit mei 2013.