Europees Parlement roept op tot erkenning Palestina
BRUSSEL. Het Europees Parlement roept alle lidstaten op de Palestijnse staat te erkennen. Dat bleek woensdagmiddag uit de stemming van 488 tegen 88 stemmen.
Volgens de tekst van de goedgekeurde resolutie steunt het EP „in principe” de Palestijnse erkenning en de zogeheten tweestatenoplossing. In de resolutie staat er echter direct achteraan dat deze erkenning „parallel moet lopen met vredesonderhandelingen.”
Een datum wordt in de tekst niet genoemd. Ook andere voorwaarden ontbreken. Dat betekent het besluit van het EP voor de lidstaten geen enkele dwingende gevolgen heeft. Wel drukt de stemming opnieuw een opinie van een internationaal orgaan uit.
In een eerdere versie van de EP-resolutie stond nog dat de erkenning van Palestina „zal bijdragen tot de onmiddellijke hervatting van rechtstreekse vredesbesprekingen” tussen Israël en de Palestijnen. In de nieuwste versie van het besluit is dat echter verdwenen.
Dat geldt ook voor de eenzijdige oproepen aan Israël om zich te onthouden van activiteiten die een tweestatenoplossing belemmeren, zoals de „voortdurende onteigening van Palestijnse grond.” Wel zegt de tekst dat de Joodse nederzettingen in strijd zijn met het internationaal recht.
De Europese Unie heeft technisch geen rol bij de erkenning van andere staten. Ook het EP kan geen staten erkennen. Maar de vraag of Palestina een staat is, speelt wel sterk onder de lidstaten. De nieuwe regering van Zweden (die inmiddels alweer is gevallen) erkende Palestina op 30 oktober.
Dat leidde tot stemmingen met dezelfde uitslagen in de parlementen in het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Spanje, Frankrijk, België en Portugal. Deze parlementaire uitspraken betekenen echter niet dat de regeringen ook direct tot erkenning overgaan.
Over de tekst van de resolutie is lang tussen de partijen onderhandeld. Veel afgevaardigden vinden het te vroeg om Palestina nu al als zelfstandige staat te beschouwen.
Het CDA, met vijf leden de grootste Nederlandse delegatie in het EU-parlement, benadrukt dat het om een voorwaardelijke erkenning gaat. Op geen enkele wijze wordt gesproken over een onmiddellijke erkenning van een Palestijnse staat, stelt de delegatie. Het CDA beschouwt een directe of onvoorwaardelijke erkenning, zoals de Europese Groenen wilden, als onacceptabel en onverstandig.
De vertegenwoordigers van CU en SGP stemden tegen. SGP’er Belder stelde in een verklaring dat het een „fictie” is dat Palestina nu reeds bestaat en alleen hoeft te worden erkend. Verder stoorde hij zich eraan dat de resolutie nergens spreekt over een noodzakelijke ontwapening van terreurgroepen als Hamas. „Met deze eenzijdige pro-Palestijnse toonzetting draagt het EP niet bij aan de urgente hervatting van het vredesproces in het Midden-Oosten, miskent het elementaire Israëlische veiligheidsbelangen en ondermijnt het de Europese rol in de regio”, aldus Belder.
CU’er Van Dalen twitterde achteraf dat het EP „gelukkig” geen staten kan erkennen. Wat de Palestijnse staat werkelijk is, „weet niemand”, aldus Van Dalen.
De PvdA in het EU-parlement steunde het compromis: „Om een tweestatenoplossing dichterbij te brengen, zijn meer gelijkwaardige machtsverhoudingen tussen de gesprekspartners noodzakelijk. Erkenning van de staat Palestina kan op die manier bijdragen aan een zinvolle hervatting van vredesonderhandelingen met een beter perspectief op een akkoord”, aldus PvdA’er Kati Piri in een verklaring.