Lagere prijzen drukken inkomen boer en tuinder
DEN HAAG. Als gevolg van lagere prijzen voor hun producten hebben veel boeren en tuinders dit jaar minder verdiend dan in 2013. Vooral de fruitteelt en de varkenshouderij lijden onder Russische boycotmaatregelen.
Dat blijkt uit de jaarlijkse raming van de inkomens van boeren en tuinders die het sociaal-economisch onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR woensdag bekendmaakte.
Het LEI berekent het inkomen dat het bedrijf oplevert per ”onbetaalde arbeidsjaareenheid” (onbetaalde aje). Meestal is dat de boer of tuinder zelf; ook meewerkende gezinsleden gelden als onbetaalde arbeidskrachten. Het gemiddelde inkomen per onbetaalde aje loopt voor alle land- en tuinbouwbedrijven samen terug van 43.000 euro vorig jaar naar 35.000 euro dit jaar, een daling van 19 procent. Maar de verschillen zijn groot.
Bedrijven die uitsluitend vleesvarkens houden, draaien fors verlies. Het gemiddelde inkomen per onbetaalde aje komt dit jaar uit op 13.000 euro negatief, raamt het LEI. Vorig jaar was dat nog 37.000 euro positief. Het inkomen van fruittelers daalt van 45.000 naar 8000 euro.
De varkenshouderij kampt met lagere prijzen die varkensvlees opbrengt. Rusland neemt al vanaf begin dit jaar geen Europees varkensvlees meer af vanwege varkenspest in Litouwen en ook in de EU is de consumptie omlaaggegaan. Weliswaar werd het voer voor de varkens ook goedkoper, maar te weinig om de opbrengstderving te compenseren.
De fruitteelt ziet de prijzen voor appels en peren dit jaar met 15 procent dalen. Het LEI noemt hiervoor twee oorzaken: een grotere oogst in Europa en de boycot op voedsel uit de EU die Rusland begin augustus instelde. Het land reageerde daarmee op westerse sancties vanwege de Russische betrokkenheid bij het conflict in buurland Oekraïne. Normaliter gaan er veel Nederlandse peren naar Rusland. Een groot deel van de oogst zit overigens nog in opslag en zal pas komend jaar worden verkocht.
Uit de LEI-cijfers blijkt verder dat ook akkerbouwers dit jaar fors inleveren. Hun inkomen gaat van 62.000 naar 27.000 euro per onbetaalde aje, dat is het slechtste resultaat sinds 2004. De oogst was weliswaar goed maar de prijzen voor de meeste producten zijn fors gedaald.
De pluimveesector doet het beter dan vorig jaar. Zowel leghennenhouders (van -62.000 naar 27.000 euro per onbetaalde aje) als vleeskuikenhouders (van 30.000 naar 87.000 euro) profiteren van lagere voerkosten. De vogelgriep die vorige maand uitbrak en leidde tot een tijdelijke leegstand op een deel van de vleeskuikenbedrijven drukt de gemiddelde opbrengst met enkele procenten.
Melkveehouders hebben de melkprijs zien dalen maar het veevoer werd goedkoper. Het inkomen daalde licht.