„We hebben helaas niemand één op één kunnen identificeren”, zegt Irma Schijf van de politie. „We hebben wel een match van een vrouw. Haar precieze identiteit blijft onbekend, omdat binnen haar familie twee vrouwen zijn vermist. Verder hebben we vastgesteld dat twee onbekende slachtoffers waarschijnlijk een vader en zoon zijn. Hun DNA matcht echter niet met die van nabestaanden.”

Nu kan de politie niet verder komen, concludeert de collega van Schijf, Ed Kraszewski. „Om slachtoffers alsnog te kunnen identificeren, zijn DNA-profielen van meer eerstegraads familieleden nodig.” Hij roept familie van mensen die bij de watersnoodramp vermist raakten, alsnog op hun DNA ter beschikking te stellen.

„Wij hopen dat het bij hen nu toch gaat kriebelen. Het is de laatste kans om de onbekende doden nog een gezicht te geven. Kennen mensen iemand die tijdens de watersnoodramp een vader, moeder, zoon, dochter, broer, zus of ander familielid heeft verloren die nog steeds is vermist, vraag hem dan een afspraak te maken bij de politie in zijn woonplaats.”

Tot nu toe hebben 65 nabestaanden DNA afgegeven. Die zijn vergeleken met de DNA-profielen van de slachtoffers. Schijf: „Er zijn wel zwakke aanwijzingen dat er bepaalde slachtoffers bij een bepaalde familie horen.”

In 2013 groef de politie met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Schouwen-Duivenland 29 onbekende slachtoffers op om DNA af te nemen. Dit leidde tot profielen van elf mannelijke slachtoffers, onder wie twee kinderen en vijftien vrouwelijke slachtoffers, onder wie een kind. Van twee doden kon geen DNA-profiel meer worden gemaakt. Van een ander slachtoffer slechts een gedeeltelijk profiel.

Begin 2014 zijn de andere twee slachtoffers opgegraven. Van deze twee onbekende vrouwen is ook een DNA-profiel beschikbaar.