Saté ajam en nasi goreng ajam zijn voorlopig uit de gratie
Nasi goreng ajam (rijst met kip) of saté ajam (kipsaté) zijn voorlopig uit de gratie nu in Zuidoost-Azië het vogelgriepvirus om zich heen grijpt. In veel landen wordt met grote voortvarendheid geslacht om de ziekte in te dammen. Maar de manier waarop het gebeurt, leidt juist tot verdere verspreiding. „Men rommelt er maar wat aan”, zegt viroloog dr. Guus Koch uit Lelystad.
Thaksin Shinawatra geldt als een van Thailands rijkste ondernemers. Hij is miljardair geworden tijdens de Thaise ’boom’ van de jaren 1986 tot 1997. Sinds 2001 is hij premier van Thailand. Die positie dankt hij aan de belofte om na de financiële crisis van 1997 „alles anders” te gaan doen: geen achterkamertjespolitiek meer, geen vermenging van politiek en business, en: alles open en doorzichtig. Daarnaast beloofde hij de arme plattelandsbevolking gouden bergen.
Maar in die beginjaren waren er al die twijfelden aan de haalbaarheid van al die beloften. Daar hadden ze zo hun redenen voor. Zo stopte Thaksin zijn kabinet vol met rijke ondernemers - niet direct een signaal dat je de vermenging van politiek en bedrijfsleven serieus wilt aanpakken. Inmiddels hebben Thaksins critici aan den lijve ervaren wat hij met ”openheid” bedoelt. Ze zijn door hem „wegens smaad” voor de rechter gesleept, of op andere manieren monddood gemaakt. De Thaise pers wordt geïntimideerd om toch maar niet al te kritisch te zijn.
De wijze waarop Thaksin de afgelopen maanden de uitbraak van vogelgriep in zijn land heeft verdoezeld, heeft zelfs zijn verstokte fans ervan overtuigd dat Thailand weer terug is bij af, bij de oude politiek van verdonkeremanen.
Overigens blijft Thaksin beweren dat zijn kabinet niets heeft willen verdoezelen. Pas op 23 januari zou uit tests zijn gebleken dat kippen aan H5N1-virusinfecties -vogelgriep dus- waren doodgegaan. Een leugen, volgens Hans Wagner, werkzaam bij de VN-voedselorganisatie FAO. Hij stelt dat de Thaise autoriteiten al in november aanwijzingen hadden dat kippen op een Thaise boerderij in de buurt van de stad Nakhon Sawan (in Centraal-Thailand), een nog onbekende vorm van vogelgriep hadden.
Het verzwijgen van de uitbraak -en daarmee het in de waagschaal stellen van de volksgezondheid- vloeit volgens burgerorganisaties als de Thaise consumentenbond voort uit wat ze de CEO-stijl van leidinggeven noemen, typisch voor Thaksin: als een autoritair zakenman die kortetermijnbelangen van ondernemers vooropstelt en ook nog eens ambtenaren zodanig afschrikt dat ze negatieve berichten niet meer durven te melden.
Intussen dreigt de niet meer in de hand te houden vogelgriep een industrietak kapot te maken waarin meer dan 2 miljoen plattelandsfamilies hun brood verdienen en die goed is voor een jaarlijkse export ter waarde van bijna 800 miljoen euro.
Thaksins partij, de Thai Rak Thai-partij (vertaald: Thai houden van Thai-partij), zal volgend jaar de wrange vruchten plukken als er verkiezingen worden gehouden. Juist de plattelandsbevolking was namelijk massaal gevallen voor Thaksins populistische beleid.
In Indonesië was en is het niet veel beter. Zo hapte de Indonesische minister van Landbouw zaterdag nog demonstratief in een kippenboutje en riep hij al smakkend voor de camera „dat Indonesië vrij is van vogelgriep.” Afgelopen zondag werd de uitbraak van vogelgriep officieel gemeld. Deskundigen wisten echter al in oktober dat er in 51 regio’s in Indonesië vogelgriep was uitgebroken.
Een van hen is Marthen Malole, als onderzoeker verbonden aan het Bogor Landbouw Instituut (West-Java). Malole zag eind oktober al massaal kippen sterven in zijn omgeving. Hij nam bloedmonsters af en begin november was het hem duidelijk dat het om vogelgriep, infectie met het virus H5N1, ging. De monsters werden naar het ministerie van Landbouw gestuurd, maar daar bleef het stil. Tot afgelopen zondag de regering in Jakarta officieel de uitbraak van vogelgriep toegaf.
Vanuit China komen soortgelijke berichten van nalatigheid en verdoezeling. China tergde de internationale gemeenschap al eerder door de uitbraak van SARS lange tijd te negeren en zelfs buitenlandse inspectieteams de toegang tot het land te weigeren. De afgelopen weken lieten de lokale autoriteiten zien dat ze nog weinig hadden bijgeleerd. Zo meldden inwoners van het dorp Songbai -een dorp van kippenboertjes- dat honderden kippen plotseling waren doodgegaan. Maar, zo zeggen ze, geen enkele ambtenaar was komen kijken. Een dierenarts in het dorp beklaagde zich erover dat ambtenaren wel de sterfte zagen, maar er niet achteraan gingen om de oorzaak te weten te komen.
Intussen worden er in veel Aziatische landen waar de vogelgriep is uitgebroken massaal kippen geslacht. Indonesië is vooralsnog een uitzondering. Volgens de autoriteiten heeft het geen zin meer om boeren hun levensonderhoud te ontnemen, nu het virus toch al wijdverspreid is. Zij adviseren in plaats daarvan te vaccineren - overigens tegen alle regels in van de WHO en de OIA (de wereldgezondheidsorganisatie voor (pluim)vee), die nadrukkelijk vernietiging van (mogelijk) besmette vogels voorschrijven. In de 11 miljoen mensen tellende hoofdstad Jakarta worden nog dagelijks op zeer grote schaal kippen gekocht en verkocht: Indonesiërs zijn dol op rijst met kip (nasi goreng ajam) of kipsaté (saté ajam).
In Thailand doen ze wel hun best om alle kippen te slachten, maar ook daar zijn vraagtekens bij te plaatsen. Ze rommelen maar wat aan, zegt dr. Guus Koch, als viroloog verbonden aan het Centraal Instituut voor Dierziektecontrole. Hij wijst op het doden van kippen met de blote handen en op het dumpen van vogels in rivieren (!) of in veel te ondiepe kuilen (minder dan de voorgeschreven 1 meter), waardoor verdere besmetting juist wordt gestimuleerd. Het is bekend dat het virus tussen de twee en vier dagen kan overleven op een kadaver.
Maar ook zonder al die onzorgvuldige praktijken is volgens Koch verdere besmetting nauwelijks in te dammen. „Je hebt daar naast de grote kippenhouderijen talloze boertjes met enkele kippen op hun erf. Die hebben vrij contact met de omgeving en zijn dus gemakkelijk te besmetten door dieren in de natuur.” Koch zag ook kippenhouderijen die boven rivieren waren gebouwd. Gemakkelijk voor de afvoer van mest, maar nu hoogst riskante besmettingsbronnen.
Dat de internationale gemeenschap machteloos moet toekijken hoe er in dit soort landen wordt geknoeid bij het indammen van de vogelgriep -met alle gevolgen die dat kan hebben voor de wereldwijde volksgezondheid- heeft volgens waarnemers zeker ook te maken met de personele onderbezetting van VN-organisaties als de FAO (Italië) en de OIE (in Parijs). Die zijn daardoor sterk afhankelijk van de goodwill van regeringen om informatie te geven of maatregelen te nemen. Zo zijn er volgens OIE-functionarissen aan Thailand regelmatig verzoeken gedaan om informatie over de kippensterfte te geven, maar telkens kreeg men nul op het rekest.