VN-rapporteur Philip Alston noemde het schrijnend dat de Nederlands regering „in deze donkere dagen voor kerst niet eens 0,01 procent van haar jaarlijkse begroting wil besteden aan hulp aan mensen die leven in absolute ellende en armoede”. Hulp aan migranten die op straat leven is volgens hem geen kwestie van liefdadigheid. „Toegang tot noodhulp is een recht en de regering van Nederland heeft een volkenrechtelijke verplichting die ter beschikking te stellen”, aldus de speciale VN-rapporteur inzake extreme armoede en mensenrechten. Hij wijst erop dat verschillende instanties Nederland daar de afgelopen jaren op hebben gewezen.

Teeven, die verantwoordelijk is voor het asielbeleid, vindt de VN-oproep echter prematuur. Hij wijst erop dat de rapporteurs Nederland enkele vragen hebben gesteld over het beleid maar het antwoord daarop niet hebben afgewacht. Ze hebben zich volgens hem nu gericht op eenzijdige informatie van het Europees Comité voor de Sociale Rechten (ECSR). Teeven meldt dat Nederland mensen zonder verblijfsstatus wel helpt en tijdelijk onderdak geeft als ze maar actief meewerken aan de terugkeer naar hun eigen land.

Het ECSR bracht onlangs een advies uit waarin stond dat er sowieso basisopvang moet komen voor mensen zonder status. Europese ministers gaan begin volgend jaar hierover overleggen en Teeven wacht dat af.

Gemeenten kunnen zich vaak niet vinden in het beleid van Teeven. Om te voorkomen dat uitgeprocedeerde asielzoekers op straat gaan rondzwerven hebben inmiddels flink wat gemeenten zelf opvang geregeld. Ze willen daarvoor graag geld van het Rijk, maar dat weigert de staatssecretaris, zo liet hij eerder al weten.