Kleine lichtpuntjes in instabiel Mali
Nog geen twee jaar geleden moesten christenen in Mali zich het vege lijf zien te redden toen moslimextremisten op christenen jaagden en kerken vernielden. Westers ingrijpen heeft de situatie in delen van het land gestabiliseerd.
Nog steeds is het onveilig in delen van Mali, een dunbevolkt land in West-Afrika met een enorme, grotendeels uit woestijn bestaande oppervlakte. Nog maar enkele weken geleden kwamen berichten naar buiten van de ontvoering van twaalf kinderen. Volgens het Malinese leger zaten moslimmilitanten achter de actie, waarbij twee kinderen om het leven kwamen.
Mali is in de ban van de strijd met islamisten sinds die in 2012 in het noorden van het land de macht grepen. Militair optreden door Frankrijk zorgde ervoor dat de opmars van de rebellen stokte. Sinds vorig jaar is VN-vredesmacht Minusma actief in het land. Onder anderen Nederlandse commando’s en ondersteunende eenheden helpen bij het opsporen van islamisten en het herstellen van de stabiliteit in Mali.
Verschillende Engelstalige media meldden in september dat christelijke vluchtelingen langzaamaan terugkeren naar hun woonplaatsen. Wat ze daar aantreffen zijn vernielingen, aldus dr. Mohamed Ibrahim Yattara, voorzitter van de Unie van Baptistenkerken in Noord-Mali, tegenover World Watch Monitor. Vooral kerken liggen in puin, stelt de predikant. In veel gevallen zijn daarmee niet alleen christenen getroffen, maar is de hele gemeenschap in een bepaald gebied slachtoffer. Dr. Yattara geeft aan dat kerken in Mali de afgelopen jaren veel voor de gemeenschap hebben gedaan. Zo is er in Timboektoe een drinkwaternetwerk opgezet. De daarbij behorende installaties zijn echter gestolen. Aan herstel wordt nog weinig gedaan, zegt hij.
Dr. Yattara ziet het als een „zegen van God” dat christenen inmiddels weer relatief veilig kunnen leven in Mali. „We hadden de indruk dat de jihadisten in Noord-Mali ieder spoor van het christendom wilden uitwissen. Toch is de kerk er nog, en de meeste christenen zijn teruggekeerd. Desalniettemin blijven de omstandigheden moeilijk. Er is vooral gebrek aan hulp van buitenaf.”
Directeur Jan Bor van de stichting Hulp Vervolgde Christenen (HVC) zegt nog steeds niet optimistisch te zijn over de toestand in Mali. HVC ondersteunde het werk van de Malinese predikant ds. Jean Guindo. Bor hoorde vier maanden geleden voor het laatst iets van ds. Guindo. „Toen was hij in Bamako, waar het hoofdkwartier is van de VN-vredesmacht. Hij vertelde toen dat het allesbehalve rustig was en zei niet aan zijn normale werk toe te komen.”
De reserves die Bor heeft, worden mede gevoed door berichten over gevechten. Franse militairen raakten begin vorige maand slaags met moslimmilitanten. Frankrijk maakte na afloop van die gevechten bekend 24 rebellen te hebben gedood.
Toch blijven de regering en de rebellen onder leiding van de Verenigde Naties praten over vrede. Hoewel er een ontwerp vredesplan ligt, is de uitkomst van de gesprekken nog onzeker.
Gematigd islamitisch land
Het West-Afrikaanse land Mali had tot enkele jaren geleden (een gematigde vorm van) de islam als grootste godsdienst. Een minderheid van christenen, in totaal nog geen 5 procent van de bevolking, kon er veilig wonen. De situatie veranderde in maart 2012. Toearegrebellen, gesteund door diverse groepen extremistische moslims, grepen de macht en voerden een waar schrikbewind. Duizenden mensen sloegen op de vlucht. De rebellen verwoestten niet alleen kerken, maar ook islamitische bouwwerken waarvan ze meenden dat die niet in overeenstemming waren met hun visie op de islam. Begin 2013 herstelden Franse troepen de orde in het land. In enkele weken tijd werden de islamisten teruggedrongen naar het dunbevolkte woestijngebied in het noorden van het land. In het zuiden van Mali is de situatie sindsdien genormaliseerd. Noord-Mali blijft echter een onrustig gebied waar islamitische strijders van tijd tot tijd actief zijn.