Verbondenheid met Joodse volk sluit kritiek op Israël niet uit
Israël is een bijzonder volk waarvoor in de Bijbel nog steeds onvervulde beloften te vinden zijn. De staat Israël is een bijzonder land; een wonder dat aantoont dat God Zijn beloften vervult. En elke Bijbelgetrouwe christen weet dat de God van het verbond Zijn oog in het bijzonder slaat op het volk van Abraham. Maar daarmee is alles wat Israël doet niet bij voorbaat buiten discussie.
Laat direct helder zijn: dit artikel is niet bedoeld om eens ongezouten kritiek op het Joodse volk en de Joodse staat te spuien. Integendeel, volk en staat verdienen sympathie en steun. Wie denkt dat er aansluiting moet worden gezocht in het veelstemmige koor van ongenuanceerde critici van Israël heeft het mis.
Iedereen weet dat internationaal de volken lijken samen te spannen tegen Israël. Sinds de stichting in 1948 stellen de Arabische volken zich vijandig op tegen het land. Hun doel is de vernietiging van de Joodse staat. Een terroristische organisatie zoals Hamas laat daar bijvoorbeeld geen misverstand over bestaan. Andere landen spreken iets minder vijandige taal, maar willen zich niet met het land inlaten. De erkenning van de Joodse staat is voor die landen een onoverkomelijke stap. Politieke opvattingen of economische belangen (olie) spelen daarbij een belangrijke rol.
Machtige vrienden
Gelukkig had Israël lange tijd ook enkele vrienden, waarvan Amerika de machtigste was. Iedereen in de wereld wist dat zolang Amerika, de ”waakhond van de democratie en de vrede”, zich achter Israël stelde, het land betrekkelijk veilig was. Ook Nederland heeft zich decennialang als een vriend van Israël opgesteld.
Zorgwekkend is dat bevriende landen steeds duidelijker de koers verleggen. Na aanvankelijk voorzichtig corrigerende woorden te hebben gesproken, zwelt het volume van de kritiek de laatste jaren aan. Een meerderheid in de Tweede Kamer van ons land neemt steeds meer afstand van hetgeen Israël doet.
Ook Washington lijkt dat te doen. Het voert de druk op de Israëlische regering op om de kolonisten terug te trekken. De VS willen verder dat ze stopt met bouwen van nieuwe nederzettingen in de zogenoemde ”bezette gebieden”. En als er vijandelijkheden zijn, dan is Amerika er steeds sneller bij om Israël tot de orde te roepen. Het tij lijkt dus te keren in het nadeel van de Joden.
Beginnen met kritiek heeft dus een risico. Wie eenmaal zijn stem verheft, wil gehoord worden. En als Israël dan niet luistert, gaan mensen steeds harder roepen. Zo dreigen vrienden weliswaar (nog) geen vijanden te worden, maar wel vreemden.
Sommige Joden hebben al gezegd niet verbaasd te zijn over deze ontwikkeling. „Ons volk kwam in de geschiedenis steeds weer alleen te staan. Dat zal in de toekomst niet anders zijn. De psalmdichter zegt: „Vertrouwt niet op prinsen.” Dat moeten we ons realiseren. Dus ook geen vertrouwen op wereldmachten.” Juist die ervaring maakt dat de Israëlische regering vooral een eigen koers vaart.
Vergrootglas
Onmiskenbaar spelen de media een belangrijke en zeer dubieuze rol bij de negatieve beeldvorming over Israël. Alles wat het land doet, wordt onder een vergrootglas gelegd en negatief beoordeeld. Het beeld dat wordt neergezet is: Israël is de agressor en de Palestijnen zijn het slachtoffer.
Wanneer Israël beschietingen uitvoert op Palestijnse gebieden wordt dat breed uitgemeten en veroordeeld. Dat de Palestijnen de Joden daartoe uitdagen met hun continue aanvallen en zelfmoordaanslagen krijgt maar heel beperkt aandacht. Dat de Palestijnen hun kinderen op de lagere school de haat jegens Israël met de paplepel ingeven, komt evenmin aan bod.
Israël wordt gezien als het land dat de vrede in het Midden-Oosten blokkeert. Terwijl dat echt onterecht is. Israël heeft al vaker bewezen bereid te zijn om land op te geven voor vrede. Eerder moeten de Palestijnen worden gezien als degenen die dwarsliggen. Denk slechts aan het opgeven van de Gazastrook. Daarmee dacht de Israëlische regering de vrede een stap dichterbij te brengen. Wat was het resultaat? Geen vrede maar juist raketbeschietingen door de Palestijnen op Israël.
Zo zouden er meer voorbeelden zijn te geven van de eenzijdige, sterk pro-Palestijnse nieuwvoorziening door de media. En dat heeft effect. Bij het zien van een foto van een Palestijns kind dat dodelijk getroffen is bij een beschieting door Israël, breekt het hart van iedereen. Maar weinigen lijken zich te (willen) realiseren dat evenzo Israëlische kinderen dag in dag uit in angst leven en trauma’s oplopen vanwege de Palestijnse vijandelijkheden.
Die eenzijdigheid is volstrekt misplaatst en past niet bij media die zeggen dat ze objectieve berichtgeving hoog in hun vaandel hebben staan. Het zou eerlijk zijn als media toegeven dat ze vooringenomen zijn.
De vraag is zelfs of de media bij een onderwerp als Israël wel objectief kunnen zijn. Daarvoor is het conflict in het Midden-Oosten eigenlijk te beladen. Het vredesvraagstuk vraagt om een standpunt; dwingt ook verslaggevers tot keuzes.
Kritiek
Orthodoxe protestanten, waarvan deze krant de spreekbuis wil zijn, hebben altijd een grote sympathie gehad voor Israël. Dat had alles te maken met de gedeelde erfenis –het Oude Testament– en vanwege de bijzondere gang die het Joodse volk door de geschiedenis maakt. Zeker speelt daarbij mee dat er in de Bijbel nog altijd onvervulde beloften voor dit volk liggen.
Toch moet worden geconstateerd dat deze sympathie met en liefde voor het Joodse volk ook begrensd is. Dat lijken orthodoxe protestanten zich niet altijd te realiseren. Kritiek wordt dan direct geduid als vijandschap of zelfs uitgelegd als antisemitisme. Terwijl juist vrienden de meest aangewezenen zijn om feilen en fouten van iemand aan te wijzen.
Vriendschap met Israël behoeft bij voorbeeld niet uit te sluiten dat men oog heeft voor de pijnlijke situatie waarin Palestijnen verkeren. Dat te benoemen, betekent niet –zoals wel wordt gedacht en beweerd– dat men Israël laat vallen of het als enige de schuld van alle ellende geeft. Onmiskenbaar verkeert een aanzienlijke groep Palestijnse burgers in erbarmelijke omstandigheden. Ook zij moeten een veilige plek krijgen. Dat mag niet worden vergeten. Wie vrede wil bereiken zal ook het Palestijnse probleem moeten oplossen.
Evenmin mag uit het oog verloren raken dat het binnenlandse beleid van de Israëlische regering grotendeels seculier en liberaal is. Op ethisch terrein is de koers tamelijk modern. Abortus is bij voorbeeld toegestaan. Dat moet gezegd kunnen worden.
Hetzelfde geldt als het gaat om de kloof die er is tussen Joden die het Oude Testament serieus nemen en christenen. Ultraorthodoxe Joden laten dat duidelijk zien met hun luidruchtige demonstraties bij bijeenkomsten van Messiasbelijdende Joden. Maar die plagerijen zijn niet het grootste probleem. Voor christenen heeft het Oude Testament zijn vervulling gekregen in het Nieuwe Testament. Dat is fundamenteel. Christenen weten dat Jezus Christus de vervulling is van de Messiasverwachting van het Oude Testament. Dat is de kern van het christelijk geloof. Desondanks zijn er orthodoxe protestanten die beweren dat Jood en christen dezelfde Messias verwachten. Dat is een misvatting. Het schept helderheid dat verschil in opvatting over de Messias eerlijk te benoemen.
Bijbelgetrouwe christenen vinden het vaak boeiend om te kijken naar beelden uit het leven van orthodoxe Joden. Die roepen ook een zekere sympathie op. Daar is op zich ook niets mee. Sterker, kennis van de Joodse gebruiken is vaak verhelderend voor het verstaan van de Bijbel. Maar daarbij moet altijd bedacht worden dat er een diepe kloof gaapt zolang de visie op Jezus van Nazareth niet eenduidig is.
Sluit dat sympathie voor en steun aan het Joodse volk uit? Zeker niet. Het Joodse volk blijft Gods oogappel. Voor het late nageslacht van Abraham liggen er beloften. Om de vervulling daarvan moet een aanhoudend gebed worden opgezonden. Opdat ze Jezus van Nazareth gaan erkennen als de van God gegeven Messias.