Militaire vuilnisbelt op bodem Oosterschelde „tikkende tijdbom”
ZIERIKZEE. De enorme hoeveelheid ongebruikte munitie uit de Tweede Wereldoorlog die al tientallen jaren bij Zierikzee op de Oosterscheldebodem ligt is een gevaar voor het zeeleven en de mosselbranche.
Dat meldden de milieuorganisaties Vereniging Leefmilieu en Mobilisation for the Environment vorige week. Ze hebben de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gevraagd de provincie Zeeland te verplichten het oorlogstuig op te ruimen.
De milieuclubs beroepen zich op de Natuurbeschermingswet. Die verplicht de provincie ertoe het waterleven van planten en dieren in en rond de Oosterschelde in een goede conditie te houden, zo stellen ze. Dat waterleven zou in gevaar zijn omdat de explosieven in het zoute water aan het vergaan zijn, waardoor allerlei giftige stoffen kunnen vrijkomen.
De munitie werd gedumpt in de periode tussen 1945 en 1967. Het Nederlandse leger heeft toen in het Gat van Zierikzee –onderdeel van de Roompotgeul in de Oosterschelde– zo’n 30 miljoen kilo overgebleven oorlogstuig gestort. Dat zijn ongeveer 800 vrachtwagens vol bommen en granaten.
Wetenschapsjournalist Senne Starckx sprak op 8 november 2013 in een artikel in het populairwetenschappelijke maandblad Eos van „de grootste Nederlandse munitiestort.” Starckx: „Hier, op 50 meter diepte en slechts 500 meter van de kust, ligt de munitie te roesten. Voor het grootste deel gaat het om metalen omhulsels, maar 9000 ton zou bestaan uit kruit en springstof (TNT). Van TNT is bekend dat het gentoxisch is. Het verandert het DNA van vissen die ermee in contact komen. Bovendien bevat het kruit witte fosfor, een uitermate giftig goedje waarvan ook de afbraakproducten het milieu schade toebrengen.”
Ter hoogte van de plek waar de munitie ligt geldt een duik-, vis- en ankerverbod. De provincie Zeeland heeft de munitie echter nooit opgeruimd en beroept zich op onderzoek van TNO, waarin is gezegd dat er op dit moment nog geen ernstige vervuiling optreedt. „Maar de grootste problemen ontstaan pas nadat de munitiehulzen zijn doorgeroest en de giftige stoffen vrijkomen”, stel raadsman Valentijn Wösten van de milieuorganisaties. „De munitiedump is een tikkende tijdbom.” Daarom roepen ze de autoriteiten ertoe op de dump te saneren voordat er ernstige schade optreedt.
Wösten wijst er ook op dat de munitiedump nooit zou hebben plaatsgevonden als de huidige milieu-inzichten destijds ook al hadden gegolden. „Uit het feit dat thans niet langer munitie wordt gestort door de Nederlandse overheid kan al worden afgeleid dat de munitiedump op basis van de actuele milieutechnische en ecologische inzichten als buitengewoon ongewenst dient te worden beschouwd.”
De raadsman van de twee milieuorganisaties verwijt het Zeeuwse college van Gedeputeerde Staten dat het geen standpunt inneemt over de kwestie. „Het college zegt dat er onderzoek is gedaan en dat daaruit blijkt dat er geen reden tot zorg is. Het college zwijgt in alle talen over wat het zelf beoogt. Ik wil nu weleens hom of kuit.”
Wösten zegt dat GS ruim tien jaar geleden hebben bewerkstelligd dat er in de Tweede Kamer een motie werd ingediend waarin werd gevraagd de munitie met zand of grond af te dekken. De toenmalige regering zag daar geen aanleiding toe. De raadsman houdt er rekening mee dat de provincie in deze procedure opnieuw met dat idee zal komen. „Dat zou een slechte zaak zijn, want dan snijd je de weg naar het opruimen van de munitie definitief af.”
Verantwoordelijk gedeputeerde Schönknecht zei vorige week in een reactie dat zowel Rijkswaterstaat, die gaat over de waterkwaliteit van de Oosterschelde, als Defensie haar onlangs nog heeft verzekerd dat de munitie „zolang deze ongestoord blijft liggen geen risico’s met zich meebrengt voor de veiligheid en het milieu.” Uit eerdere onderzoeken was volgens Schönknecht al gebleken dat ontploffingen vrijwel uitgesloten zijn en de verontreiniging van het water door de verdunning met Noordzeewater te verwaarlozen is.
Munitiestortplaatsen in zee zijn een wereldwijd probleem. Bijna elk land heeft voor zijn kust overgebleven munitie uit de oorlog gedumpt. Het Amerikaanse Center for Nonproliferation Studies (CNS) telt alleen al in de Noordzee en in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan meer dan tachtig munitiestortplaatsen. In het Skagerrak, de zeestraat tussen Denemarken en Noorwegen, werden na de oorlog zelfs 45 schepen vol munitie in hun geheel tot zinken gebracht.