„Deze strafzaak is van een voor Nederland vrijwel ongekende ernst en omvang. In het recente verleden heeft alleen in Alphen aan den Rijn één persoon in korte tijd meer slachtoffers gemaakt bij het schieten in een winkelcentrum”, motiveerde de aanklager zijn zware strafeis. Hij doelt op de schietpartij in Alphen aan den Rijn. Daar schoot Tristan van der Vlis in winkelcentrum Ridderhof zes mensen dood en pleegde daarna zelfmoord.

B. werd aangehouden nadat hij drie vrouwen, een 57-jarige moeder en haar 23- en 29-jarige dochters, in hun woning in Zwijndrecht had gedood. De toen 64-jarige vader van het gezin raakte bij de schietpartij zwaargewond. B. was de ex-vriend van één van de dochters. Na zijn aanhouding vond de politie in zijn woning in Helmond een 20-jarige dode vrouw. Zij was ook een ex-vriendin van de verdachte en werd al in Amsterdam als vermist opgegeven.

Het OM vermoedt dat B. zijn ex-vriendinnen doodde na een problematische relatie. Ook zou de verdachte langdurig zijn gekrenkt. Tijdens de behandeling van de zaak bij de rechtbank in oktober 2012 hoorde de toen 27-jarige verdachte alles zonder blikken of blozen aan. Hij bekende betrokken te zijn bij de schietpartijen, maar ontkende dat hij de moorden heeft gepland. Hij zou in paniek zijn geweest.

Het OM vindt dat B. met voorbedachte rade heeft gehandeld toen hij zijn twee ex-vriendinnen en de zus van zijn ex doodde, die hij aanzag voor zijn ex. Volgens het OM is er sprake van moord. „Hij heeft louter doelgericht en dodend gehandeld, niet in een opwelling of paniekerig. Er zat (enig) tijdsverloop tussen de verschillende dodende handelingen. Toch stopte hij daar niet mee.” Hij plande welbewust zijn daden, aldus het OM.