Gegijzeld: je geld of je leven
Onthoofdingen van westerse gegijzelden door moslimterroristen doen de wereld huiveren. Moeten regeringen kidnappers losgeld betalen om die executies te voorkomen?
Alsjeblieft, help me, alsjeblieft. Dat zijn de laatste woorden van Woerdenaar Sjaak Rijke (54) op een video die enkele weken geleden werd gepubliceerd. De NS-treinmachinist werd in november 2011 in Mali ontvoerd door terreurgroep al-Qaida in de Islamitische Maghreb (AQIM). Ook enkele andere buitenlanders werden gekidnapt. Rijkes vrouw Tilly wist te ontsnappen.
Op de video, die in september dit jaar zou zijn opgenomen, zit Rijke voor een vaalwit gordijn. De Nederlander draagt een lange, grijze baard. In het Engels zegt hij dat hij kampt met serieuze rugproblemen en het emotioneel zwaar heeft. Rijke klaagt, hoogstwaarschijnlijk gedwongen door de moslimterroristen, de Nederlandse regering aan. Hij stelt dat de overheid het laat afweten, houdt die verantwoordelijk voor het kwaad dat hem treft en roept ertoe op de gijzelingszaak tot een goed einde te brengen. Rijke verwijst naar de Amerikaanse regering, die in ruil voor een Amerikaanse gevangene vijf talibanleden zou hebben vrijgelaten.
Minister Koenders van Buitenlandse Zaken stelde in een reactie op de video van Sjaak Rijke dat het ministerie „uiteraard” bezig is met de ontvoeringszaak. Verder wilde de bewindsman niets kwijt over de kwestie. „Ik heb zelf in Mali gewerkt. Het is geen goed idee hier iets over te zeggen.”
Dinsdag werd de Franse gegijzelde Serge Lazarevic vrijgelaten door AQIM. De Fransman werd net als Rijke in Mali ontvoerd. Sjaak Rijke werd door dezelfde groepering gekidnapt, een dag na de ontvoering van Lazarevic.
Kas
Rampscenario voor –westerse– regeringen: criminelen of (islamitische) terroristen ontvoeren landgenoten en eisen miljoenen euro’s aan losgeld. Je geld of je leven. Recente onthoofdingsvideo’s van de terroristen van Islamitische Staat (IS) maken nog eens duidelijk dat ontvoerders niet terugdeinzen voor dodelijk geweld.
Met ontvoeringen spekken terroristen hun kas. Zo kreeg IS naar schatting tussen de 28 en de 36 miljoen binnen aan losgeld, meldde terrorismeonderzoeker Yotsna Lalji vorige week aan de VN-Veiligheidsraad. In de laatste paar jaar verdienden al-Qaida op het Arabisch Schiereiland en al-Qaida in de Islamitische Maghreb samen zo’n 75 miljoen euro aan kidnappings.
IS eiste –vergeefs– 100 miljoen euro losgeld voor vrijlating van de Amerikaanse persfotograaf James Foley. In augustus verscheen er op internet een video waarop Foley wordt onthoofd.
Het lijkt erop dat bedrijven doorgaans met losgeld over de brug komen als een van hun medewerkers wordt gegijzeld door criminelen of terroristen. „Mensen die op afstand staan, zeggen te makkelijk: „Niet betalen.” Ik snap dat. Maar ik wil niet op mijn geweten hebben dat door mijn toedoen mensen niet levend uit een ontvoering komen”, zei Hans Slaman, directeur van het Lelystadse beveiligingsbedrijf International Security Partners, in juni in een interview met deze krant. De onderneming was de afgelopen 25 jaar betrokken bij onderhandelingen bij „tientallen” ontvoeringen van medewerkers van bedrijven, onder wie bemanningsleden van schepen. Bij de ontvoeringen waarbij Slaman betrokken was, is telkens een losprijs betaald, met geld dan wel met goederen.
Moet een regering ook toegeven aan (losgeld)eisen van terroristen? Kan een overheid haar onderdanen zo redden van een wisse dood? Landen lijken verschillend om te gaan met dat vraagstuk, al zullen regeringsfunctionarissen niet het achterste van hun tong laten zien. Niet uitgesloten lijkt dat overheden via een sluiproute losgeld betalen, bijvoorbeeld door middel van ‘ontwikkelingshulp’. Amerika zou –officieel– niet onderhandelen met terroristen. Opmerkelijk is wel dat recent bleek dat de VS hun beleid rond ontvoeringen tegen het licht gaan houden. Regeringen van landen zoals Italië en Frankrijk lijken bereid te zijn wél met losgeld over de brug te komen om zo hun burgers uit handen van misdadigers te krijgen.
Glad pad
Voor Bernard (Ben) Bot (77), oud-diplomaat en van 2003 tot 2007 voor het CDA minister van Buitenlandse Zaken, is het glashelder. De Nederlandse regering moet zich bij ontvoeringszaken strikt houden aan een „gouden regel”: betaal ontvoerders nooit. „Geen enkel misverstand daarover. Als een regering wél gaat betalen, is het hek van de dam. Dan begeef je je op glad ijs. Als de overheid betaalt om bijvoorbeeld een Nederlander in Algerije of Mali vrij te krijgen, beseffen kidnappers daar dat er voor hen meer geld te halen valt. Dan is geen enkele Nederlander in die landen meer veilig.”
Bovendien zou de overheid bij losgeldbetaling aan bijvoorbeeld IS een barbaars regime steunen, geeft Bot aan. „Nederland levert F-16’s in de strijd tegen IS. We willen dat zo’n groepering van de aardbodem verdwijnt. Dan kun je niet tegelijkertijd IS van geld voorzien waarmee hij wapens kan kopen die F-16’s uit de lucht schieten. Dat zou volstrekte dwaasheid zijn.”
Als sommige Europese regeringen wél tegemoetkomen aan de geldwensen van kidnappers is dat „onverstandig”, stelt de oud-bewindsman. „In Europees verband is afgesproken dat overheden níét aan ontvoerders betalen.”
De weigering van een regering om losgeld te betalen, kan ertoe leiden dat een gegijzelde wordt omgebracht. Een bittere pil voor de nabestaanden. Bot: „Inderdaad. Maar soms moet je een offer brengen om te voorkomen dat anderen zo’n zelfde lot ondergaan.”
Harde wereld
Bot ziet een duidelijk verschil tussen de taak van de overheid en die van bedrijven bij ontvoeringszaken. „Grote bedrijven, zoals Shell en Philips, sluiten verzekeringen af in verband met het risico op ontvoeringen. Dus die zullen misschien wél losgeld betalen als een van hun medewerkers wordt gekidnapt. Multinationals lopen reputatieschade op als ze geen geld overhebben voor de vrijlating van hun personeel. Een bedrijf kan zijn mensen terughalen uit een onveilig land. Voor een regering ligt dat anders. Die kan en wil niet 17 miljoen burgers verzekeren.”
Is het verstandig dat bedrijven ontvoerders losgeld bieden? „Ik heb geen behoefte daar wijze lessen over te prevelen”, reageert Bot. „We leven in ieder geval in een harde wereld.”
Weliswaar moet de Nederlandse regering kidnappers nimmer betalen, maar dat laat onverlet dat de overheid alles in het werk moet stellen om de ontvoering van een landgenoot tot een goed einde te brengen, stelt Bot. „Een minister van Buitenlandse Zaken moet zijn contacten aanboren in het land waar de ontvoerde gevangen wordt gehouden. Denk aan gesprekken met de ambassadeur of met lokale autoriteiten. Als bekend is waar een gegijzelde zich bevindt, kan Nederland de autoriteiten in het buitenland zelfs adviseren om een gijzeling zo nodig gewapenderhand te beëindigen. Verder zal de overheid proberen ontvoerders ertoe te bewegen hun losgeldeisen te verminderen.”
Emotionele zaak
Zelf was Bot als minister van Buitenlandse Zaken nauw betrokken bij de ontvoeringszaak rond Arjan Erkel. De medewerker van de Zwitserse tak van Artsen zonder Grenzen (AzG) werd bijna twee jaar gegijzeld in de Russische deelrepubliek Dagestan en kwam in 2004 vrij. „In een van mijn eerste weken als minister zat de vader van Arjan Erkel al bij me op kantoor. Hij deed er alles aan om zijn zoon vrij te krijgen. Een emotionele zaak.”
Voor de vrijlating van Arjan Erkel is 1 miljoen euro betaald. Het ministerie van Buitenlandse Zaken kwam met 770.000 euro over de brug, het Zwitserse Artsen zonder Grenzen 230.000 euro. Naderhand leidde de losgeldbetaling tot een lange juridische strijd tussen het ministerie en Artsen zonder Grenzen. Het ministerie stelde altijd dat de 770.000 euro slechts was voorgeschoten. Volgens AzG zijn er nooit bindende afspraken gemaakt over het betalen van een voorschot.
Uiteindelijk besliste het Zwitserse federale hof (het hoogste rechtscollege) in 2008 dat AzG 270.000 euro aan de Nederlandse regering moest terugbetalen, boven op de 230.000 euro die de artsenorganisatie al had betaald. AzG reageerde destijds met „ontsteltenis” op het vonnis. De uitspraak „verhult de rol van de Nederlandse regering die over het losgeld onderhandelde en betaalde, en vervolgens de rekening doorschoof aan Artsen zonder Grenzen.” Buitenlandse Zaken was niet ontevreden.
„Ik ben nog altijd kwaad op Artsen zonder Grenzen”, blikt Bot terug op de losgeldruzie. „Op een gegeven moment was er contact met voormalige officieren van de Russische geheime dienst KGB. Die zeiden dat ze Erkel voor 1 miljoen euro vrij konden krijgen. Maar dan moest ik wel dezelfde dag beslissen. Ik wilde die kans niet laten lopen. Het risico bestond dat we anders Erkel nooit meer terug zouden zien of dat hij dood in een greppel zou worden gevonden. Daarom heb ik ’s avonds beslist om 770.000 euro voor te schieten. Ik heb AzG laten weten dat we het geld weer terug wilden hebben; de overheid betaalt ontvoerders immers niet. Er was die avond geen tijd om een notaris in te schakelen om een overeenkomst vast te leggen. Toen AzG ons later weigerde terug te betalen, wilde ik dat we tot het bittere eind met juridische middelen zouden proberen het geld terug te krijgen.”
Zendelingen getraind op ontvoering
Wat te doen als je in bijvoorbeeld Mali of Afghanistan wordt gekidnapt? De Amersfoortse stichting Centre for Safety and Development (Centrum voor Veiligheid en Ontwikkeling) traint wereldwijd ontwikkelingswerkers en zendelingen.
Makkelijker wordt het er niet op voor missionarissen en ontwikkelingswerkers. Nederlanders in het buitenland moeten extra alert zijn op terroristische acties, waarschuwde de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) Dick Schoof onlangs. Het risico op gijzelingen is wereldwijd toegenomen.
Het tien jaar jonge Centre for Safety and Development traint jaarlijks wereldwijd 1300 mensen (onder wie 600 Nederlanders) op ontvoeringssituaties. Zo’n 80 procent van de cursisten is ontwikkelingswerker (van organisaties zoals Oxfam Novib en Woord en Daad), pakweg 20 procent is zendeling. Tijdens maandelijkse trainingen wordt in Soesterberg een kidnap in scène gezet.
Trainers peperen zeker de Nederlanders in dat het in bijvoorbeeld Afrikaanse landen een stuk gevaarlijker is dan in eigen land, vertelt Ebe Brons (39), oprichter en directeur van de organisatie. Hij is kerkelijk. „Nederlanders zijn soms naïef. Ze zien op televisie beelden over criminele zaken in Nederland en denken dat hier een veiligheidsprobleem is. In werkelijkheid is ons land een van de veiligste samenlevingen die de wereld ooit heeft gekend.”
Spannende momenten
Nederlanders moeten beseffen dat criminelen in bijvoorbeeld Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse steden geen genade kennen. „Je wint het niet van een gewapende straatrover. Bedenk dat je leven voor een overvaller niet veel waard is. Nederlanders weigeren vanuit een soort rechtvaardigheidsgevoel nogal eens hun portemonnee of tas af te geven. Je moet in zo’n situatie geen tegenstand bieden. Het kan je je leven kosten.”
Voor de „vier fases” van een ontvoering krijgen cursisten adviezen mee. „De eerste fase is dat kidnappers je van straat grissen. De tweede dat je wordt vervoerd, in bijvoorbeeld een auto. Het zijn heel spannende momenten. Werk mee, wek geen agressie op. Als een ontvoerder je een tand kapotslaat, kun je daar op de plek waar je wordt gegijzeld veel last van krijgen. De kans is niet groot dat er een tandarts naar je komt kijken.” Is het een optie om er als een haas vandoor te gaan, als ontvoerders je bijvoorbeeld in een druk stadscentrum willen overmeesteren? „Dat zou kunnen, maar als je te maken hebt met professionals, maak je weinig kans.”
In de derde fase van een kidnapping, als je ergens wordt gevangengehouden, is het zaak „fysiek en psychisch zo gezond mogelijk te blijven”, legt Brons uit. „Eet geregeld. Sla geen voedsel af. Doe dagelijks gymnastiekoefeningen, anders takel je af. Probeer in je hoofd een boek te schrijven. Denk terug aan mooie momenten, zoals een leuke bruiloft.”
Belangrijk is verder om een band met de ontvoerders op te bouwen, weet Brons. „Voor ontvoerders ben je in eerste instantie als een pak koffie. Je bent een product en daar willen ze geld voor. Zorg dat je kidnappers je als een mens van vlees en bloed gaan zien. Laat hun zo mogelijk foto’s van bijvoorbeeld je kinderen zien. Dan is het voor een ontvoerder moeilijker om je dood te schieten.”
De beëindiging van een ontvoering, de vierde fase, kan „gevaarlijk” zijn. „Leger en politie kunnen een bevrijdingsactie uitvoeren. Dan kan het misgaan. Probeer bij een inval op de grond te gaan liggen. Roep dat je de ”hostage” bent, de gegijzelde.”
Leunstoel
Moet een ontwikkelingsorganisatie of een kerk losgeld betalen om een medewerker vrij te krijgen? „Ik zou zeggen van niet, maar ik besef dat ik vanuit de leunstoel redeneer. Het zal je medewerker maar wezen. Je wilt dat die heelhuids bij zijn familie terugkeert. Daar denk ik niet licht over. Anderzijds kan het niet de bedoeling zijn om de kas van terroristen te spekken. Als je losgeld betaalt, heb je ook een donorprobleem. Je zamelt immers geld in voor de mensen in nood in Afrika en niet voor mannen in zwarte kledij met kalasjnikovs.”
Intussen is er wereldwijd een „ontvoeringsindustrie” ontstaan, vreest Brons. „Ik schat dat er jaarlijks zo’n drie Nederlanders worden ontvoerd. Lang niet alle zaken halen de publiciteit. De Nederlandse overheid heeft vaak geen belang bij ophef over een ontvoering. Als kidnappers ontdekken dat hun actie het nieuws haalt, schroeven ze de hoogte van het losgeld op. Dan kan een bedrag van 1000 dollar oplopen tot 1 miljoen dollar.”
Brons vermoedt dat hulporganisaties nogal eens „creatief onderhandelen” om hun ontvoerde collega vrij te krijgen. „Een hulporganisatie in Afrika heeft bijvoorbeeld goede contacten met een dorpsoudste. Zo’n man wordt ingeschakeld om te overleggen met ontvoerders. Een andere mogelijkheid is dat een hulporganisatie belooft om in een bepaald dorp een waterput te slaan. In ruil voor vrijlating van de gegijzelde. Hoewel zo’n deal eigenlijk niet de bedoeling is, komt de gegijzelde vrij en worden de dorpelingen geholpen.”