Maar als de sector extra afspraken over samenwerking maakt, gaat het wel degelijk lukken. Dat constateert een commissie onder leiding van oud-minister Karla Peijs in een woensdag gepubliceerd rapport.

Gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven sloten in 2011 met het Rijk en de provincies een akkoord om meer samen te werken en daardoor 450 miljoen euro te besparen. De afspraken daarover tot nu toe komen uit op 440 miljoen. De commissie, die in de afgelopen anderhalf jaar de voortgang heeft onderzocht, heeft er vertrouwen in dat het met de resterende 10 miljoen euro wel goed komt.

De commissie adviseert om midden 2017 onafhankelijk te laten onderzoeken hoe het staat met de uitvoering van de besparingsplannen.

Peijs, die van mei 2003 tot februari 2007 minister van Verkeer en Waterstaat was, overhandigde het eindrapport aan minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu). Die is tevreden dat de waterorganisaties de beoogde besparing bijna halen. „Met extra afspraken gaan we ook de laatste meters maken. Die ambitie hebben we nodig om de kosten voor alle mensen minder te laten stijgen”, zei Schultz. Volgens haar is het nu aan de partijen om de afspraken uit te voeren. Waar nodig kunnen ze daarbij hulp krijgen.