Refoscholen pakken vuurwerkbezit hard aan
APELDOORN. Stuk voor stuk hanteren ze een zero-tolerancebeleid. Met andere woorden: geen enkel rotje wordt door de vingers gezien op de zeven reformatorische middelbare scholen.
Ze weten er alles van op de Pieter Zandt scholengemeenschap: leerlingen die met vuurwerk op zak het schoolplein onveilig maken. De school grijpt daarom stevig in. Leerlingen die betrapt worden, krijgen straf. En „zo mogelijk vindt er een verwijzing plaats naar de politie en bureau Halt”, aldus de school in een brief die dinsdag werd verstuurd aan de ouders. Het zijn geen loze dreigementen: dit najaar zijn er al zes leerlingen doorverwezen naar Halt.
Ook de andere scholen accepteren gillende keukenmeid noch duizendklapper. „Voor vuurwerkbezit zijn er geen verzachtende omstandigheden”, zegt H. P. W. Klaassen, voorzitter van het directieteam van het Van Lodenstein College. „Het minste wat we doen als we een leerling betrappen, is hem schorsen. Afhankelijk van de omstandigheden geven we het incident door aan de politie.”
De Jacobus Fruytier Scholengemeenschap kiest ervoor om de schorsing en de Haltstraf soms te combineren met reboundplaatsing, aldus locatiecoördinator C. J. Westrate van de Apeldoornse vestiging. De leerling wordt dan een aantal dagen geplaatst in een klas voor jongeren die door gedrag, onderwijsprestatie en hun invloed op de klas niet meer in het reguliere onderwijs passen.
Ook de Gomarus Scholengemeenschap ziet geen reden om mild te zijn. Alle leerlingen weten van de gevolgen als ze betrapt worden met vuurwerk, weet J. de Deugd, directeur bedrijfsvoering. „Een van de zeven grote regels van de school is dat je geen vuurwerk bij je mag hebben of verspreiden.”
„Het gaat om de veiligheid van de school”, onderbouwt W. de Kloe, lid college van bestuur van het Driestar College, het rigide beleid. „Dus als je gesnapt wordt, ben je het haasje.” Wel probeert het Driestar College, evenals het Calvijn College, de strafmaat binnen proporties te houden. „Het maakt verschil of een leerling één rotje bij zich heeft of grootschalig aan het afsteken is.”
„En of er een astronautje of een vuurwerkbom gevonden wordt”, zegt A. J. Vogel, hoofd college van bestuur van het Calvijn College. Ook maakt de Zeeuwse school verschil tussen vuurwerkbezit en -handel. Op het eerste staat schorsing, op het tweede volgt in principe verwijdering van de school.
P. A. Zevenbergen, adjunct-directeur vwo bovenbouw van het Wartburg College, gaat ervan uit dat er slechts zelden sprake is van het afsteken van één astronautje. „Waar rook is, is meestal veel vuurwerk.” Hij hoopt dat het strenge schoolbeleid zijn vruchten afwerpt. „Dit jaar is er nog niets gebeurd. Gelukkig, want we moeten geen vuurwerk in de school hebben. Dat is levensgevaarlijk.”