RMU pleit voor minder arbeidsparticipatie ouders
DEN HAAG. In tegenstelling tot de overheid, die meer arbeidsparticipatie door moeders bepleit, roept de RMU juist op tot mínder betaald werk voor ouders.
In de dinsdag verschenen arbeidsvoorwaardennota voor 2015, die RMU-voorman Peter Schalk dinsdagmiddag overhandigde aan Marcelis Boereboom, directeur-generaal van het ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, roept de reformatorische vakorganisatie werkgevers en werknemers ertoe op om in cao’s vaker afspraken te maken over zaken zoals ouderschapsverlof en carrièrepauzes. „Uitbreiding van de mogelijkheden voor ouderschapsverlof zou voor veel jonge ouders een uitkomst zijn. Ouders van pasgeboren kinderen krijgen zo meer tijd om zorg en arbeid beter op elkaar af te stemmen.”
De vakorganisatie betreurt het dat in Nederland de verlofregelingen voor ouders nu beperkt zijn. „Zo krijgt een vader twee dagen betaald kraamverlof na de geboorte van zijn kind. Alleen in Ivoorkust duurt het kraamverlof net zo kort. In IJsland krijgen vaders 90 dagen verlof, in Duitsland 60.”
In de nota stelt de RMU verder dat, zeker nu het draagvlak onder cao’s afneemt door een tanend vakbondslidmaatschap, het proces van de totstandkoming van cao’s transparanter en moderner moet. Behalve leden zouden daarom ook niet-leden betrokken moeten worden bij cao-trajecten. Ook is er volgens de RMU „meer behoefte aan individueel maatwerk.”
De RMU bepleit in de nota een stijging van de koopkracht van werknemers en zet in op een (afhankelijk van de sector) „loonwens” van maximaal 1,75 procent. Ook ziet ze noodzaak om de lastendruk op arbeid te verlagen, in ruil voor hogere belastingtarieven op vermogen en consumptie.