Bond: Maak van biddag dag van boete
Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond roept op om de komende biddag, 10 maart, een dag van boete en gebed te laten zijn „vanwege de strijd der geesten, die ook in en rond Samen op Weg aan het licht komt.”
Dat staat in de Waarheidsvriend van deze week. In een begeleidend artikel bij deze oproep schrijft ds. R. H. Kieskamp, de tweede voorzitter van de Bond, dat het er niet om gaat „elkaar ervan te beschuldigen dat we boze geesten in de kaart spelen.” Het gaat er volgens hem wel om „elkaar op te scherpen in het strijden van de geestelijke strijd, waarin we gehoorzamen aan het Woord van God. Met de bedoeling dat we elke vorm van vleselijk strijden uit alle kracht zullen haten en vlieden. Immers, vleselijke strijd is koren op de molen van satan. Wanneer wij in pure zelfhandhaving vanuit onze oude mens kraak- en breekwerk gaan hanteren, dan zijn we totaal fout bezig. Laten we dan beginnen te erkennen dat wij allen, wie we ook zijn, welk standpunt we ook aanhangen en welke argumenten we ook gebruiken, er niet te goed voor zijn om in die vleselijke strijd te vervallen.”
De predikant stelt dat in het verleden mogelijk te veel „in eigen kracht van eigen gelijk” is gestreden en dat de Heere „dat nu op ons bordje gaat terugleggen.” Hij denkt daarbij niet alleen aan de problemen die er momenteel in hervormd-gereformeerde kring zijn in het geheel van Samen op Weg. „Er zijn in bijna alle kerken in Nederland problemen. In ieder geval in de kerken met de drie Formulieren van Enigheid als grondslag. Het gist en woelt overal.” Als voorbeelden verwijst hij naar vragen rond heilstoe-eigening, zuiver kerkzijn, schriftgezag en het benaderen van rand- en buitenkerkelijken. „En allen worden we gezamenlijk geconfronteerd, ja zelfs geteisterd met het probleem van geloofsarmoede en kerkverlating.”
Ds. Kieskamp wijst op de noodzaak van de oefening op de leerschool van de geestelijke strijd. „Dat begint met de hand in eigen boezem te steken. We stoppen ermee om de synode de schuld te geven, of de Gereformeerde Bond, of het Comité, of het Gekrookte Riet. De hand gaat allereerst richting onszelf.” Hij roept op een biddend en vastend leven te beoefenen. „Waarbij we het vasten vooral verstaan als vorm van boetedoening. Nee, geen boetedoening van het zelf willen verdienen. Wel in de zin van buigen voor de Heere vanwege allereerst onze eigen zonden en vervolgens die van anderen. Want de offeranden van God zijn nog altijd een gebroken geest.”