BP had een verzoek ingediend om de schikking te herzien, omdat het bedrijf claims zou ontvangen van partijen die helemaal geen schade hadden geleden door de ramp. In afwachting van die herziening wilde de oliereus van het hof toestemming om de betalingen aan slachtoffers op te schorten.

Aanvankelijk had BP erop gerekend dat de schikking 7,8 miljard dollar (6,4 miljard euro) zou gaan kosten. Inmiddels gaat het al uit van zo’n 10 miljard dollar, terwijl analisten vrezen dat dit bedrag nog weleens zou kunnen verdubbelen. Daar komen naar verwachting nog vele miljarden dollars aan boetes bovenop.

De olieramp voor de kust van Louisiana, de grootste in de Amerikaanse geschiedenis, werd veroorzaakt door een explosie in april 2010 op het boorplatform Deepwater Horizon. Er vielen elf doden. Miljoenen liters olie stroomden in zee, waardoor viswateren en kustgebieden ernstig vervuild raakten.

BP is eerder door een rechter aangewezen als hoofdverantwoordelijke voor de ramp. Het Britse olieconcern heeft in totaal 43 miljard dollar opzijgezet om de kosten voor opruimwerkzaamheden, boetes en schadeclaims te dekken.