Buitenland

Kindertehuis Oost-Oekraïne blijft nog even leeg

APELDOORN. De kinderen uit het kindertehuis Good Shepherd Shelter zouden deze zomer een paar weken op kamp gaan in het westen van Oekraïne. Nu zitten ze daar nog. De burgeroorlog maakt het onmogelijk dat de groep terugkeert naar de oostelijke stad Makeyevka.

5 December 2014 18:46Gewijzigd op 15 November 2020 14:57
Good Shepherd Shelter kindertehuis in oosten van Oekraïne. beeld Kom over en help
Good Shepherd Shelter kindertehuis in oosten van Oekraïne. beeld Kom over en help

„We zeggen steeds dat we op avontuur zijn”, zegt directeur Oksana Oleynikova lachend. „En dat we moedig moeten zijn.” De groep bestaat uit 31 kinderen tussen de 4 en 17 jaar.

Intussen is het een serieus verhaal, en niemand weet hoe het eindigt. „We moedigen de kinderen aan met ons mee te bidden over deze zaak.”

De stad Makeyevka, waar Good Shepherd Shelter staat, ligt in de buurt van Donetsk, de hoofdstad van de gelijknamige republiek. Momenteel maken de pro-Russische separatisten de dienst uit in de regio. De officiële Oekraïense regering in Kiev heeft weinig armslag meer in Makeyevka.

Dit jaar had de leiding van het huis al een extra lang zomerkamp gepland, omdat het voor vertrek al onrustig was. Ook gingen niet alle kinderen uit het tehuis mee. Achttien kinderen zijn tijdens de vakantie achtergelaten bij hun ouders of andere familie en die verblijven daar nog. „Sommige ouders wilden niet dat we naar het westen zouden gaan. Er gaan verhalen rond dat daar kinderen worden vermoord. Sommigen van hen zijn nu naar Rusland geëvacueerd.”

Oleynikova was zaterdag te gast bij het 40-jarig jubileum van de stichting Kom over en help, die Good Shepherd Shelter vrijwel vanaf de oprichting in 1996 steunt. Bewust koos de zeskoppige leiding ervoor in Kiev te blijven, waar ze onderdak hebben in het gebouw van een kerk. „Toen we zagen dat we echt niet terug konden, baden we om leiding. God liet ons toen zien dat we moesten blijven.”

Het alternatief zou te gevaarlijk zijn geweest, weet Oleynikova. „Als er veel bommen in de stad vallen, zitten mensen zomaar een week in een kelder. Dat hoor ik van mijn moeder, die ik regelmatig aan de lijn heb. In sommige kelders is bijvoorbeeld geen stromend water. En als het lang duurt, raakt het eten op. Met een groep kinderen werkt dat niet.”

Steeds meer voorzieningen in de regio vertonen tekenen van uitval. Met een pasje geld uit de muur halen lukt al maanden niet meer. Vorige maand is ook de laatste bank gesloten. Wie spaargeld heeft, kan er niet bij, tenzij hij het in Kiev of een andere stad zou kunnen opnemen.

Hier en daar zijn nu dezelfde taferelen te zien als begin jaren negentig in Rusland. „Mensen kijken thuis wat ze kunnen missen en proberen dat op de markt te verkopen. Anders is het onmogelijk te overleven.”

Ook werk is er steeds minder, zegt Oleynikova. „Het is al met al dicht bij een catastrofe.” Inmiddels is de eerste sneeuw gevallen, als begin van de echte winter. „Normaal slaan mensen elke winter een ton kolen in, maar dat is nu onmogelijk. Veel mijnen zijn gesloten en de prijs is gestegen.”

Ze komt zelf elke drie of vier weken in Makeyevka om te kijken hoe het gebouw erbij staat. „Het is een mooi gebouw en we zouden dat graag behouden. Daarom houden we ter plekke enkele personeelsleden aan, die er bijvoorbeeld voor zorgen dat het gebouw wordt verwarmd. Al met al geeft dat natuurlijk extra kosten.”

Ze bezoekt dan vaak het kantoor waar altijd de sociale dienst van de regering zat. „Daar zitten nog dezelfde mensen, maar op het dak wappert de Russische vlag. Voor deze mensen is totaal onduidelijk voor wie ze werken.”

Is het mogelijk dat u Makeyevka laat voor wat het is en uw tehuis in Kiev voortzet?

Beslist niet, zegt Oleyninkova. „God heeft ons in het oosten een taak gegeven, dus moeten we weer terug. Door het gebouw te blijven bezoeken geven we aan dat we weer willen terugkeren.”

Ze verwacht in de toekomst ook meer werk in de omgeving van Makeyevka. „Het aantal wezen zal groeien door het conflict. Verder liggen steeds meer huizen in puin. Het valt dus te vrezen dat er meer kinderopvang nodig is.”

Dat ze terug wil, staat dus vast. Hoe het land er dan uitziet, weet ze niet. „Veel jonge mensen gaan momenteel weg. Die zien geen toekomst in de Republiek Donetsk. Hoeveel landen zullen bijvoorbeeld de nieuwe paspoorten erkennen?”

Onduidelijk is hoe het nieuwe regime aankijkt tegen christelijke instellingen. „De separatistische regering denkt vanuit de Russisch-Orthodoxe Kerk. We weten niet hoe zij staat tegenover een christelijk tehuis dat steun krijgt van baptisten en uit het Westen. Wij zijn niet tegen de orthodoxen; drie van onze medewerkers zijn orthodox. In principe staat de regering wel positief tegenover sociaal werk.”

Welke verwachting hebt u zelf van het nieuwe regime?

„Wij zijn onpartijdig, dus ik kan daar niets over zeggen. Als je van God een opdracht hebt om kinderen te helpen, kun je met elke regering werken. Het gaat je dan om de kinderen en niet om de bestuurders.”

Dit is het slot van een tweeluik over Oekraïne.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer