Philip von Preussen: prins en prediker in Pruisen
Philip Kiril Prinz von Preussen is in 1968 geboren, maar hij heeft geen goed woord over voor de spreekwoordelijke ”1968-generatie”. Het achterkleinkind van de Duitse keizer staat voor familiewaarden. En als predikant draagt hij dat ook uit.
Een stamslot zit er niet in. Hij mag dan wel de „oudste van de oudste” zijn en recht hebben op de positie van familiehoofd van de Hohenzollern, voor hem is er alleen een koude dorpskerk in het voormalige Oost-Duitsland. Toch is hij de opgewektheid zelve als hij arriveert op de plaats van de afspraak.
Hoe spreekt men u aan?
„Dat mag iedereen zelf weten. In de kerk zegt men meestal ”Herr Pfarrer”. Alle varianten, van ”Herr Preussen” tot ”Königliche Hohheit”, komen voor. Gebruikelijk is ”Herr von Preussen” of ”Prinz Philip”.
Zelf stel ik me meestal voor als Philip Kiril Preussen. Dus zonder het adellijke ”von”. Mijn hart klopt immers burgerlijk.”
Ontving u wel een adellijke opvoeding?
„Nee. Mijn moeder heeft me burgerlijk bewustzijn bijgebracht. Dat lijkt op adellijke deugd, maar dan zonder de standsverwaandheid. Die had voor mijn moeder negatief uitgewerkt. Mijn grootvader heeft mijn vader onterfd toen hij zijn huwelijk met dat burgermeisje doorzette.”
Zou uw (overleden) moeder een adellijke opvoeding hebben kunnen geven?
„Ze had geen kasteel vol oude schilderijen en gouden bestek. Maar ze hield vast aan Pruisische deugden. Bijvoorbeeld ”mehr sein als scheinen”, wat neerkomt op bescheiden zijn. Dat geldt ook voor spaarzaamheid en vlijt.
Altijd was ik me ervan bewust dat adeldom verplicht. Ik heb eens een abc voor de adel gemaakt. Het begint met ”Anstand”; fatsoen. En het eindigt met ”Zivilcourage”; moed om voor je overtuiging uit te komen. De c is van ”Christ-sein”. Het uitgangspunt is dat je in alles een voorbeeld moet zijn. Als christenen zijn we ook koningskinderen. Dat is zeker adeldom die verplicht.”
Houden de Hohenzollern nog vast aan adellijk trouwen?
„Volgens mij wel. De officiële website preussen.de maakt onderscheid tussen familieleden en naamdragers. Ik vind dat een verachtelijk onderscheid.”
In interviews hebt u verteld over problemen die uw afstamming heeft gegeven. Maar heeft die ook voordelen gehad?
Prinz Philip denkt lang na. „Ik denk van wel. Rond mijn 21e ging ik als student mijn volledige naam voeren. Daarvoor noemde ik mezelf Philip Preussen. Op een zeker moment kregen enkele docenten in de gaten dat ik uit het keizerlijk huis stamde. Ze reageerden daar respectvol op. Na de studentenrevolutie van 1968 was dat opvallend.
Kort daarvoor was ik tot Christus gekomen. Door het geloof kreeg ik de innerlijke kracht om ervoor uit te komen wie ik werkelijk was. De verhoogde opmerkzaamheid die bij mijn afkomst hoort, kan helpen om zaken van belang over te brengen.”
Kende u het geloof van huis uit?
„Niet echt. Mijn moeder zorgde er wel voor dat ik in een christelijke cultuur opgroeide. Ik zat op jeugdgroepen en op een kerkkoor. Zodoende kende ik veel geestelijke liederen.
Maar er zit een groot verschil tussen geloven in God, of Jezus als redder hebben. Of je heer over je eigen leven bent, of dat God Heer over jouw leven is. Ik herinner me een sticker met de tekst: God speelt in mijn leven geen rol, met daaronder in het klein: Hij is de regisseur.”
Hoe reageerde uw moeder op uw bekering?
„Zij ervaarde mijn intensieve binding aan Jezus als verraad. En jammer genoeg ontbrak mijn vader, die had kunnen zeggen: Ach, wees blij dat-ie niet bij de hippies zit.
Die spanning werkte door in mijn studiekeuze. Aanvankelijk deed ik rechten. Mijn moeder hoopte waarschijnlijk dat ik mijn familie via de rechter ter verantwoording zou roepen. Maar als christen voelde ik meer voor vergeving.
God stuurde me richting pedagogiek. Voor mijn moeder was dat afschuwelijk. Onderwijzers werden na 1968 als luie vlegels, en niet als respectabele mensen gezien. Toch was het Gods roeping.”
Hebt u nog contact met uw vader?
„We zien elkaar zo vaak als het komt.” En dan na een korte stilte: „Ik zou trouwens niet weten wanneer dat voor het laatst was.
Een paar maanden geleden belde hij. Ik kon altijd op bezoek komen, zei hij. Maar ik ben nog niet geweest.
Voor mijn vader was ik het kind van een burgervrouw, die hij tien jaar had verafgood. Na mijn geboorte was hij eerst heel opgetogen. Maar na een paar weken verdween hij. Ik vermoed dat hij weinig kinderliefde had ontvangen en niet in staat was zelf liefde te geven.”
Zou de beslissing om uw vader te onterven terug te draaien zijn, zodat hij of u het hoofd van de familie wordt?
„Als mijn neef Georg (het huidige hoofd, EvV) dat wil, kan dat natuurlijk. Het grondwettelijk hof in Karlsruhe heeft mijn vader inzake de onterving in het gelijk gesteld. Maar ik weet niet of dit heeft geleid tot een nabetaling. Volgens mij heeft hij geen geld om die zaak door te zetten. Ik denk dat hij daarom contact zoekt.”
Toen u begin 2013 het beroep naar Birkenwerder aannam, schreven Duitse media dat dertig mensen de gemeente verlieten omdat u te conservatief was. Hoe is het om als Bijbelgetrouw prediker in de Duitse Evangelische Kirche (EKD) te functioneren?
„Volgens oudgedienden in de gemeente waren het er geen dertig. Overigens vind ik dat mondige christenen zelf voor Gods aangezicht mogen besluiten welke gemeente ze bezoeken. Niemand is gebaat bij een loopgravenoorlog tussen de predikant en een deel van de gemeente. Daarvoor ben ik te veel bruggenbouwer.
Het staan in de volkskerk is niet altijd gemakkelijk. Het draait om trouw aan de Heilige Schrift, net als bij Luther en Bonhoeffer. Dat is een klassieke positie.
Vandaag zoekt de hoofdstroom van de kerk aansluiting bij de tijdgeest. De EKD wil bijvoorbeeld nader onderzoek naar het gendervraagstuk. Maar God schiep ons als man en vrouw. Naast het biologische is er geen sociaal geslacht. Ik weet wel dat er na de zondeval probleemgevallen zijn, maar de richting van de Schepper is duidelijk.
Ik begrijp daarom niet wat de kerk nog wil onderzoeken. We moeten onze visie niet toetsen aan de tijdgeest, die spreekt van seksuele bevrijding, maar aan het Woord Gods.
Zodoende vraag ik me soms af: Waarom verdoe ik de beste tijd van mijn leven om in deze kerk te overleven? Maar ik volg mijn Heere, Die het ook moeilijk had. Die volkskerk heb ik lief om haar belijdenis, zoals de Augsburgse Confessie en de Barmer Thesen.”
De Pruisische vorsten waren gereformeerd, wat bent u?
„Ik ben als luthers predikant bevestigd, maar voel me meer calvinist. Neem de avondmaalsleer. Jezus heeft ”vlees en bloed” niet letterlijk, maar symbolisch bedoeld. Net zoals het doopwater de zonden niet afwast.
Rond de rechtvaardiging is Luther mijn favoriete theoloog. Op andere punten heb ik liever Calvijn. Maar ook Karl Barth mag ik graag lezen. Natuurlijk niet over zijn alverzoening, maar over zijn openbaringsleer.”
U bent prins en prediker. De Engelse baptist Spurgeon heet ”prins der predikers” te zijn. Hebt u wat met hem?
„Zijn onverschrokkenheid spreekt me erg aan. Maar ik ben zo niet, behalve als God me laat zien dat ik voor Hem moet opkomen. Door de wonden uit mijn jeugd ben ik onzeker en verlegen.”
U pleit voor herinvoering van de monarchie. Maar vandaag heeft Duitsland een predikant als president: Joachim Gauck.
„Godvrezende leiders te hebben, is het mooiste wat een land kan overkomen. In de DDR-tijd heeft Gauck pal gestaan voor de vrijheid. Ik ken hem te weinig om te weten of zijn hart brandt voor de Opgestane. Ik heb eens met hem in een tv-uitzending gezeten. Toen liet hij punten liggen die een missionaris zeker zou hebben opgepakt.
Pijnlijk is dat hij getrouwd is, maar samenleeft met een andere vrouw. Zijn psychisch zieke echtgenote wil niet scheiden. Daarin is Gauck wel edeler dan de vorige president, Christian Wulff. Die bedroog zijn vrouw en trouwde met zijn zwangere geliefde.”
U hebt zelf zes kinderen. Is Duitsland gezinsvriendelijk?
„Ja en nee. In weinig landen zijn zo veel gezinsvriendelijke regelingen. Maar een gezin betaalt wel meer belasting. Kantoormeubels kun je aftrekken, een babykamer niet. Voor hondenvoer geldt het lage btw-tarief, voor luiers het hoge.
Het niet hebben van kinderen zou eigenlijk meer moeten kosten. Kinderen zijn een gave van God. Ik zou zeggen dat je dat goede niet financieel moet bestraffen.
Door het lage aantal baby’s kun je uitrekenen hoelang het duurt voor Duitsers hier in de minderheid zijn. Maar politici zijn te laf om te pleiten voor grotere gezinnen.”
Is een groot gezin vreemd in Duitsland?
„Mijn vrouw hoort weleens iets als: zijn die allemaal van u? Zelf krijg ik overwegend positieve reacties. Misschien omdat men ziet hoe ontspannen wij zijn.
Christenen zijn eraan te herkennen dat ze kinderen hebben. Zij leren kinderen op God te vertrouwen, ze geven hun liefde – en laten hen vervolgens spelen. Val hen niet lastig met computers en cursussen Engels.”
Afgelopen zomer hebt u in Londen vergeving gevraagd voor de rol van uw betovergrootvader, keizer Wilhelm II, in de Eerste Wereldoorlog. Waarom in Londen, en niet in Doorn, waar hij asiel kreeg?
„Het ging vanzelf. In gesprek met de leiding van een conferentie kwam dit naar voren. Toch is Londen niet onlogisch. De Eerste Wereldoorlog heeft in Engeland meer sporen achtergelaten dan ik wist.”
Is het niet makkelijk om vergeving vragen voor iets waar u zelf geen deel aan had?
„Nee. Natuurlijk ben ik maar een kleine Pfarrer. Maar ik ben de oudste zoon van de oudste zoon. Dat staat los van het onrecht waardoor ik geen familiehoofd ben. Ik zie hier dus een verantwoordelijkheid. Bovendien mag ik als christen zeggen: Ons huis heeft hier fouten gemaakt waarvoor ik als directe nakomeling vergeving vraag.”
Ooit in Huis Doorn geweest?
Met een glimlach: „Nog niet. Het zou me confronteren met een dubbel verlies; van de monarchie en de eenheid in onze familie.”
U noemde het motto ”Adeldom verplicht”. Duitsland had in Freiherr Karl-Theodor von Guttenberg een minister die dit ook uitdroeg. Maar nu geldt hij als bedrieger omdat zijn proefschrift vol plagiaat zat.
„In zijn familie telde je pas mee met een doctorstitel. Hij was daar niet tegen opgewassen.
De media hanteren een dubbele moraal. Als een politicus zijn vrouw bedriegt, is dat privé. Maar als een edelman slordig is met voetnoten, is het huis te klein.
Ik zie Guttenberg nog steeds als een voorbeeld. Hij heeft kinderen – en wel bij de vrouw met wie hij getrouwd was. Bovendien was hij financieel onafhankelijk.”
Welke wens hebt u voor uw sterfbed?
„Dat ik mijn Heere trouw ben gebleven, en niet op erge zonden hoef terug te blikken. Dat mijn vrouw en ik nog bij elkaar zijn.
Ik hoop dat ik een gezonde gemeente achterlaat. En wat mij betreft lopen er dan veel Duitse kinderen rond in de straten van Berlijn.”
Levensloop Philip von Preussen
Philip Kiril Prinz von Preussen heeft zowel Duitse, Britse als Russische voorvaderen. Zijn voorouders waren de vorsten van Brandenburg. Zijn vader, Friedrich Wilhelm, trouwde tegen de regels van de familie met een burgermeisje en verloor daarop zijn positie als kroonprins. De familie nodigt zijn zoon Philip niet meer uit op bijeenkomsten.
Nadat de adel met de komst van de Weimarrepubliek in 1919 werd afgeschaft, gelden titels als deel van de naam.
De prins is predikant in de Evangelische Kirche van Birkenwerder. Hij is getrouwd met Anna Christine Soltau. Ze hebben zes kinderen.