Commentaar: Kerken moeten geldwervingsacties meer toetsen aan Bijbelse noties
Nog steeds blijkt uit allerlei onderzoek dat christenen tot de gulste categorie burgers gerekend mogen worden. Binnen christelijke kring gaat de portemonnee in het algemeen gemakkelijker open dan daarbuiten.
Verschillende seculiere organisaties weten ook dat ze in burgerlijke gemeenten met een overwegend christelijke bevolking meer inkomsten per hoofd van de bevolking kunnen binnenhalen dan in plaatsen waar nauwelijks nog een kerk te vinden is. Belangrijk is dan wel dat het doel aanspreekt. En ook de wervende teksten moeten passend zijn.
Dat gulle geefgedrag is overigens voor christenen geen reden om trots te zijn. Ze doen immers niet meer dan hun plicht. Ze weten dat hun welstand slechts gegeven goed is, waar ze slechts rentmeester over zijn. Maar dat is wel een bijzonder rentmeesterschap. Het gaat er niet alleen om de leenpanden goed te beheren, maar vooral ook om anderen er in te laten delen. Daarom zegt de Bijbel: „God heeft een blijmoedige gever lief” (2 Kor. 9:7).
Tegen die achtergrond is het opvallend dat kerken en kerkelijke organisaties steeds vaker creatieve ideeën moeten ontwikkelen om mensen te doen geven. Op zich is er natuurlijk niets mis met het organiseren van verkopingen door kerkelijke verenigingen of met een taarten-, rollade, cd- of boekenverkoopactie. Niemand zal beweren dat dit een ontoelaatbare manier van geldwerving is. Als het een mooi bedrag oplevert, is dat zeker meegenomen.
Inmiddels is van dergelijke acties ook alweer het nieuwtje af. Dus gaan kerken en verenigingen op zoek naar alternatieven: sponsorlopen, tochten met mountainbikes die per kilometer een aardig bedrag kunnen opleveren, en de laatste variant: ”faithfunding”. Baptistengemeente De Wegwijzer in het Groningse Vriescheloo hoopt via de laatste methode voldoende geld bijeen te krijgen om een geschikt onderdak voor de groeiende gemeente te realiseren. Deze methode is ontleend aan het bedrijfsleven. Daar kent men het fenomeen van crowdfunding. Mensen financieren met elkaar een project. De baptisten in Vriescheloo spreken van oecumene van het bezit. De gevers van het geld worden op deze manier met elkaar eigenaar van het project – in dit geval van de kerk.
Hoe begrijpelijk het ook is dat kerken nieuwe wegen voor inkomstenverwerving zoeken, het is wel zaak zich erop te bezinnen in hoeverre –soms wereldse– methoden bruikbaar zijn. Dat geldt niet alleen de methode die in Vriescheloo wordt gekozen. Waarbij overigens wel de vraag kan worden gesteld of het juist is dat financiers met elkaar eigenaar moeten zijn van een kerkelijk onderkomen. Is het niet essentieel dat een kerkelijke gemeente zelf de eigendomsrechten heeft? Maar ook bij sommige andere methoden is het van belang zich af te vragen of ze wel passend zijn bij het blijmoedig geven waarover de Bijbel spreekt. Dat komt namelijk voort uit een bewogen hart. Vanuit het besef dat alles gegeven goed is. Zonder een uitdagende actie rekent men het dan tot een vreugde om te geven. Vanuit de overtuiging dat het zaliger is te geven dan te ontvangen.