Dat blijkt uit een vrijdag verschenen rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het SCP stelt dat initiatieven om de acceptatie van homoseksualiteit in orthodox-christelijke kring te vergroten, „niet overbodig” lijken.

In de „kleinere (orthodox-)protestantse groepen” vindt 58 procent dat homoseksualiteit „(bijna) altijd verkeerd” is. Binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) ligt dit percentage op circa 25. Van de niet-gelovigen en rooms-katholieken zegt 95 procent dat homoseksuelen, lesbiennes en biseksuelen „hun leven moeten kunnen leiden zoals zij dat willen.”

Reacties op het samenwonen van een eigen kind met een partner van hetzelfde geslacht lopen uiteen. Van de orthodox-gereformeerden en evangelischen noemt iets meer dan een kwart dit aanvaardbaar, tegen 47 procent bij leden van de PKN. Deze percentages zijn lager bij leden die „ten minste wekelijks naar de kerk gaan.” Bij frequente kerkgangers in orthodox-gereformeerde kring is dit percentage het laagst (12 procent).

Homoseksueel gedrag kan in orthodox-gereformeerde en evangelische kring op „veel afkeuring” rekenen. Zo vindt meer dan twee derde van deze groepen het „aanstootgevend” als twee mannen in het openbaar zoenen. Van de evangelischen en orthodox-gereformeerden onderschrijft respectievelijk 44 en 48 procent de stelling dat het homohuwelijk dient te worden afgeschaft. Bij de frequente kerkgangers stijgen deze percentages naar 52 en 75.

De SCP-studie, uitgevoerd in opdracht van ministerie van OCW, is gebaseerd op bestaande databronnen. De onderzoekers geven aan dat er het minste zicht is op (recente) ontwikkelingen binnen die groepen waar homoseksualiteit het moeilijkste ligt, zoals orthodoxe christenen. „Het beeld dat wel zichtbaar is, stemt niet positief.” Volgens het rapport ontbreken signalen dat de homacceptatie in die kring toeneemt. Ook onder moslims is de homoacceptatie relatief laag. Meer dan de helft (53 procent) geeft aan dat homoseksualiteit (bijna) altijd verkeerd is.