Commentaar: Vernietiging IS in de verste verte nog niet in zicht
De internationale coalitie die tegen de Islamitische Staat (IS) in Irak en Syrië strijdt, heeft al meer dan duizend bombardementen uitgevoerd. De opmars van IS is tot staan gebracht. De beweging heeft haar tactiek moeten wijzigen. En de inkomstenstroom is aanzienlijk ingedamd.
Die kloeke wapenfeiten wist de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken gisteren op een topontmoeting in Brussel te melden. Opvallend genoeg sprak de bewindsman niet over het behalen van de einddoelstelling: de vernietiging van IS. President Obama had de destructie van de radicaalislamitische organisatie bij het begin van de Amerikaanse inmenging wel nadrukkelijk in het vooruitzicht gesteld. Met de kanttekening dat die mogelijk wel een jaar of drie op zich zou kunnen laten wachten.
Momenteel lijkt een status quo te zijn bereikt. De pijlsnelle opmars waaraan IS voor de zomer bezig was, is inderdaad voor een belangrijk deel tot staan gebracht. Maar het verslaan van de beweging ligt in de verste verte nog niet in het verschiet, alle bombardementen ten spijt. Als vernietiging van het fenomeen gewelddadig islamitisch fundamentalisme überhaupt al tot de mogelijkheden behoort. De opkomst van IS-achtige organisaties in Azië en Afrika spreekt wat dat betreft boekdelen.
Inmiddels heeft zich een nieuwe speler op het slagveld gemeld. Iran heeft toegegeven dat het eind vorige maand IS-posities in Irak heeft gebombardeerd. Nu was de Iraanse bemoeienis met diverse brandhaarden in het Midden-Oosten al langer geen geheim. Maar Teheran koos er tot nu toe voor die steun vooral indirect te verlenen.
In Syrië gebeurde dat door het sturen van duizenden strijders van de Libanese Hezbollahbeweging, die zij aan zij met het Syrische regeringsleger van president Assad tegen opstandelingen vechten. In Irak steunt Iran sjiitische milities met wapens en geld, om de dreiging van de soennitische IS het hoofd te bieden.
Nu Iran zich uit de schimmige wereld van oorlog-op-afstand lijkt terug te trekken en zich openlijk in conflicten mengt, dreigt zich opnieuw een verschuiving in het regionale machtsevenwicht aan te dienen. En dat in een regio waarin strategische verhoudingen toch al razendsnel kunnen veranderen.
De inmenging van het sjiitische Iran kan de toch al aanzienlijke sektarische verdeeldheid in Irak nog verder doen toenemen. En het zal vermoedelijk een verdere voortzetting van de Syrische burgeroorlog betekenen, omdat de strijdende partijen zich door Iraanse steun min of meer in evenwicht zullen houden.
Prangender nog is echter de vraag in hoeverre de directe Iraanse militaire inmenging in Irak met Washington wordt gecoördineerd. Er gaan geruchten dat die afstemming via Iraakse officieren verloopt. De Verenigde Staten hebben natuurlijk alle belang bij regionale bondgenoten in de strijd tegen IS. Maar in het geval van Iran ligt dat vanzelfsprekend uiterst gevoelig. Zeker nu er binnen een halfjaar een akkoord over het omstreden Iraanse atoomprogramma op tafel moet liggen.