Enron-verlies blijkt veel groter
Het Amerikaanse energiebedrijf Enron heeft een verlies van een miljard dollar (1,16 miljard euro) verzwegen in de periode oktober 2000-september 2001. Intussen streken bestuur en topmanagers miljoenen dollars op met de verkoop van aandelen Enron.
Dit blijkt uit een intern rapport dat het concern zaterdag aan de Amerikaanse faillissementsrechter heeft gegeven. Het verlies is veel hoger dan tot nu toe werd aangenomen. Enron herzag in november zijn financiële boekhouding over de laatste vijf jaar. In plaats van de gemelde winsten zei het concern toen over die periode een verlies van 586 miljoen dollar te hebben geleden.
Het bedrijf vroeg in december uitstel van betaling aan om zich te beschermen tegen schuldeisers. Het meldde later die maand een schuld van 22 miljard dollar op zijn balans. In januari werd het bedrijf van de beurs gehaald.
Uit het rapport van zaterdag blijkt dat de situatie van het bedrijf eind jaren negentig al verre van rooskleurig was. Het bestuur, destijds onder leiding van Kenneth Lay, lapte in 1999 ethische accountantsregels aan zijn laars en stond toe dat financieel topman Andrew Fastow private dochterondernemingen oprichtte om zo verliezen van Enron te verbloemen.
Het rapport beschrijft Fastow als brein achter de schimmige financiële constructies met dochterbedrijven. Ook de andere leden van het bestuur krijgen ervan langs. Er was bovendien weinig controle op de financiën van het bedrijf. De topbestuurders hebben hierdoor ten onrechte tientallen miljoenen dollars kunnen opstrijken, stelt het rapport.
Het rapport is niet mals over de top van Enron. De samenstellers beschuldigen het topmanagement -raad van bestuur en raad van commissarissen- van „onvoldoende overzicht en controle”, van een „wijdverbreide cultuur van persoonlijke verrijking” en van een „verfoeilijke neiging om verliezen te camoufleren en de financiële resultaten van het bedrijf met illusoire resultaten op te pompen.” De samenstellers van het rapport beschuldigen accountant Arthur Andersen van „grove fouten” die door Enrons juristen „op elk denkbaar niveau werden gedekt.” Het rapport meldt ook twijfelachtige contracten tussen Enron en familieleden van ex-topman Lay. Het rapport verscheen twee dagen voordat de eerste oud-bestuurders van het bedrijf worden gehoord. Het gaat niet in op de vraag of Enron de wet heeft overtreden. Dit wordt wellicht vandaag duidelijk als Lay, die 24 januari terugtrad als bestuursvoorzitter, zich als eerste van de oud-bestuurders voor de Amerikaanse Senaat moet verantwoorden. Via zijn advocaat heeft Lay zondag onverwacht laten weten deze week niet te zullen verschijnen voor een commissie van het Congres, omdat de hoorzittingen een „aanklagende” teneur hebben.
Fastow zal donderdag overigens zwijgen voor de commissie. Hij zal zich volgens een Amerikaanse volksvertegenwoordiger die de zaak-Enron onderzoekt, beroepen op een artikel in de grondwet dat hem het recht geeft te zwijgen. Ook een medewerker van Fastow, Michael Kopper, zal zich op dit recht beroepen. Voormalig Enron-topman Jeffrey Skilling zal de vragen van de commissieleden wel beantwoorden.
Tegen Enron lopen inmiddels diverse onderzoeken van het Congres, justitie en de beursautoriteiten naar de praktijken die tot de ondergang van Enron hebben geleid. Volgens leden van het Congres lopen sommige Enron-bestuurders nu kans op strafvervolging. „Dit is een vernietigend rapport”, reageerde senator Byron Dorgan, voorzitter van de Senaatscommissie die vandaag met de hoorzittingen begint. Volgens hem heerste er binnen Enron „bijna een cultuur van corruptie.”