Commentaar: Westen moet dialoog blijven zoeken met Rusland
Een beetje Rus zal niet snel toegeven dat iets hem pijn doet. Dat is nu eenmaal zijn trots en eer te na. Dus hoe hoog de last van onder meer de sancties die het Westen momenteel aan Rusland oplegt ook oplopen mag, een Rus, zéker Vladimir Poetin, zal blijven zeggen: Stop maar jongens, dit doet júllie meer pijn dan ons!
Toch kan de oproep van de Russische onderminister van Buitenlandse Zaken aan de Europese Unie deze week om de sancties tegen zijn land op te heffen, waarna ook Rusland de tegensancties laat varen, moeilijk anders worden gezien dan als een noodkreet.
De Russische economie kraakt namelijk in haar voegen als gevolg van een cocktail van sancties, een rap dalende olieprijs (die in enkele maanden van 115 naar 68 dollar duikelde) en een munt (de roebel) die zich al maanden in een glijvlucht bevindt en gisterochtend zelfs in één klap 6 procent van zijn waarde verloor.
Wat Rusland het meest raakt, mag duidelijk zijn. Olie en gas zijn goed voor bijna driekwart van de Russische uitvoer en de belastingen hierop beslaan circa de helft van zijn begroting. Toch beginnen ook de sancties, die een reactie waren op de steun van Moskou aan de rebellen in Oost-Oekraïne, te bijten nu Russische banken en bedrijven in toenemende mate afgesneden raken van de internationale kapitaalmarkt. Hoewel omgekeerd de Russische tegenmaatregelen specifieke Europese bedrijvigheid zeker niet onberoerd laat, kan toch gezegd worden dat als er de afgelopen maanden iets duidelijk geworden is, dit wel is dat de westerse sancties de Russen meer raken dan andersom. Hoewel Rusland consequent het tegendeel blijft beweren.
Grote vraag blijft echter waar dit alles ons brengt. Want hoewel Rusland afstevent op een massieve recessie is het maar zeer de vraag of die nieuwe economische realiteit ook maar íéts verandert aan de politieke ambities van de machthebbers in Moskou. Andersom geldt dat, zolang Rusland zich niet terugtrekt uit Oekraïne, ook Europese lidstaten niet van zins lijken de sancties af te zwakken. Integendeel, afgelopen week kwamen er weer nieuwe sancties bij. In zekere zin hebben we daarmee steeds meer te maken met de voortzetting van de Koude Oorlog met andere middelen.
Ondertussen lijdt de gemiddelde Rus echter meer en meer pijn nu door een gierende inflatie vooral levensmiddelen in zijn land onbetaalbaar dreigen te worden. Diezelfde burger neemt er echter eerder een tweede, derde of misschien zelfs een vierde baan bij dan dat hij de straat op gaat om verzet aan te tekenen tegen de politieke keuze van zijn land. Deels wellicht uit angst, deels ook simpelweg murw geslagen door alle propaganda dat de veroorzaker van alle problematiek toch echt de agressor in het Westen is.
Omwille van die Russische burger, maar ook omdat een kat in het nauw rare sprongen maakt, doet het Westen er goed aan om –met veel diplomatie, begrip voor verhoudingen en inachtneming van de Russische trots– iedere poging voor een herstart van de dialoog aan te grijpen. Zélfs als die wellicht verpakt zit in een haast lachwekkende oproep van een Russische onderminister van Buitenlandse Zaken.