Koenders: Turkije moet verantwoordelijk omgaan met Armeense genocide
DEN HAAG. Turkije moet „verantwoordelijk” omgaan met de Armeense genocide, juist met het oog op de herdenking van die volkerenmoord in 2015.
„Het kabinet zal de Turkse autoriteiten erop blijven wijzen dat de kwestie van de Armeense genocide gevoelig ligt”, aldus minister Koenders (Buitenlandse Zaken) gisteren in antwoord op Kamervragen van CDA, ChristenUnie, SGP, PVV en SP.
Die hadden opnieuw vragen gesteld over de bemoeienis vanuit Turkije met een demonstratie door Turken in juni tegen een herdenkingsmonument in Almelo voor de Armeense genocide. Die genocide vond plaats in 1915. De Turkse overheid had bijvoorbeeld via de Turkse organisatie voor godsdienstzaken Diyanet gratis busvervoer naar de demonstratie geregeld en een preek verspreid tegen het herdenkingsmonument.
Minister Asscher (Sociale Zaken) kondigde onlangs aan een aantal Turkse organisaties –waaronder Diyanet– in de gaten te gaan houden. In zijn contact met die organisaties zal hij ook de omgang met de herdenking van de Armeense genocide aan de orde stellen, aldus Koenders.
Het kabinet, schrijft hij, „beziet eventuele betrokkenheid bij herdenkingen van de kwestie van de Armeense genocide steeds van geval tot geval.” Genoemde partijen hadden Koenders gevraagd of hij kon „garanderen” dat de regering zich bij de herdenking van honderd jaar Armeense genocide „niet afzijdig zal houden.”
Tot dusver mijdt het kabinet herdenkingsactiviteiten, aldus de vragenstellers, terwijl het wel altijd „terecht en consequent” aanwezig is bij herdenkingen van de Holocaust en de Rwandese genocide.