Justitie mag verder met moordzaak Endstra
AMSTERDAM (ANP). Het Openbaar Ministerie (OM) mag voorlopig verder met de strafzaak tegen drie mannen die worden verdacht van de moord op Willem Endstra. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam maandag bepaald.
De advocaten van de verdachten Ziya G., Ali N. en Özgur C. hebben vorige maand betoogd dat de al jaren slepende zaak naar de prullenbak kan, omdat het OM zijn hand in het onderzoek zou hebben overspeeld. Onder meer met een nieuwe getuige, wiens verklaringen twee jaar lang in een kluis hebben gelegen zonder dat iemand (behalve het OM zelf) daarvan wist.
De rechtbank heeft het OM tot grotere openheid gemaand, maar vindt niet dat het dermate grote steken heeft laten vallen dat de strafvervolging van de drie verdachten ongeldig zou zijn.
De Amsterdamse vastgoedmagnaat Endstra werd op 17 mei 2004 doodgeschoten in de buurt van zijn kantoor aan de Amsterdamse Apollolaan. Endstra had vele contacten in de onderwereld. Na de moord kwam behalve het moordonderzoek ook een grootscheeps onderzoek naar de afpersing van Endstra en andere zakenlieden op gang. Willem Holleeder is hiervoor veroordeeld.
In het moordonderzoek werden in 2006 Ali N. en Özgur C. opgepakt. Omdat de bewijsgaring tegen hen stagneerde, kwamen zij weer op vrije voeten. Ziya G. is tot dusver voortvluchtig gebleven. De Rus Namik Abassov, in 2011 opgepakt als vermoedelijke schutter, overleed na een paar maanden voorarrest in zijn cel.
De nieuwe getuige, Hidr K., heeft over de bestaande verdachten verklaard, maar ook over een nieuwe: Ali T. Deze is in september opgepakt, maar mocht twee dagen later alweer gaan.