Bouhbouh (34) werd op 18 oktober 2012 doodgeschoten bij een hotel in Antwerpen. De moord leidde een golf van geweld in onder een nieuwe generatie criminelen, in en om Amsterdam. De veroordeling van A. is de eerste in deze gangsteroorlog. A.’s raadsman Sander Janssen zei na de uitspraak dat hij zo goed als zeker in hoger beroep gaat. Janssen meent dat het sluitend bewijs ontbreekt.

Volgens de rechtbank is A. opgetreden als „verbindingsofficier” tussen de man die Bouhbouh naar het hotel heeft gelokt, Chris Bouman, en de schutters. In die zin was A. „de spin in het web”, zo meldt het vonnis. Toch ziet de rechtbank A. niet als mededader, zoals het Openbaar Ministerie (OM) dat heeft gedaan, maar als medeplichtige. Dat leidde tot een aanzienlijk lagere straf dan de geëiste zestien jaar. Het OM beraadt zich nog op hoger beroep.

De bewijsvoering is voor een groot deel gebaseerd op reconstructie van sms-verkeer tussen Bouman, A. en de schutters. „We komen nu”, was daarin een cruciaal bericht, van Bouman aan A., verstuurd vlak voordat het slachtoffer het hotel uitliep en onder vuur werd genomen. Ook de bewegingen van een BMW waarin A. ten tijde van de moord reed spelen een belangrijke rol.

De politie arresteerde A. in juni 2013. De eerste maanden deed hij er het zwijgen toe. Daarna boog hij een ontkenning over het gebruik van de BMW om tot een volgens de rechtbank niet geloofwaardige verklaring, die erop neerkwam dat hij de auto een dag vóór de moord weer had doorgegeven aan iemand anders.

Chris Bouman pleegde in augustus 2013 zelfmoord in zijn cel.

Ruim twee maanden na de liquidatie van Bouhbouh was Benaouf A. zelf het doelwit van een moordaanslag - zo wordt dat althans aangenomen. In de Staatsliedenbuurt voltrok zich een enorme schietpartij, waarbij twee vrienden van A. werden gedood. A. zelf wist te ontkomen. Na dat geweld volgden nog ettelijke liquidaties, dan wel pogingen daartoe. Een ruzie om drugs en geld zou tot de onderwereldoorlog hebben geleid.