Veranderingen thuiszorg bij meesten onbekend
RIJSWIJK (ANP). Met nog een maand te gaan hebben veel Nederlanders die een beroep doen op de thuiszorg geen idee wat er precies voor hen gaat veranderen. Slechts drie op de tien hulpbehoevenden hebben daarover een bericht van de gemeente gekregen. Dat meldde het programma EenVandaag zaterdag op basis van eigen onderzoek.
Van de mensen die al wel geïnformeerd zijn zegt de helft (48 procent) dat ze er in 2015 op achteruitgaan of dat de hulp helemaal stopt. Een op de vijf (21 procent) begrijpt ook na contact met de gemeente nog niet precies wat de gevolgen zijn. Veel zorgtaken worden per 1 januari overgeheveld van het Rijk naar gemeenten. Dan gaat de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in. Die gaat gepaard met flinke bezuinigingen in de zorgsector.
Het onderzoek is gehouden onder 5000 mensen die te maken krijgen met de veranderingen in de zorg, als hulpbehoevende of als familielid. Ruim twee derde (70 procent) van de mensen die een beroep doen op thuiszorg of huishoudelijke hulp zegt helemaal niet over een netwerk te beschikken. Een op de vijf heeft wel familie of vrienden die kunnen bijspringen. Vooral in de grote steden hebben mensen vaak geen netwerk. In dorpen en op het platteland is dat probleem minder groot.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wijst er op dat de nieuwe wet die de zorg regelt, kort voor de zomervakantie is ingegaan. „Daarna zijn de gemeenten pas op de hoogte gebracht”, aldus Jantine Kriens van de VNG. Ze vroeg in de tv-uitzending begrip voor de mensen die het namens de gemeente op tijd voor elkaar proberen te krijgen. „Het is nu heel hard werken voor die mensen.” Maar dat veel hulpbehoevenden nog steeds niet weten waar ze aan toe zijn vindt ze „heel zorgelijk”.
Belangenorganisatie voor ouderen ANBO bevestigt dat gemeenten slecht scoren als het gaat om informatieverstrekking over de nieuwe wet. „Gemeenten zijn aan zet, zij zijn verantwoordelijk voor de uitvoering die mede bepaalt of de hervorming een succes wordt of niet. Ze hebben nog vijf weken voordat de nieuwe werkwijze ingaat”, aldus directeur Liane den Haan zaterdag. „Gemeenten moeten inzicht geven hoe ze de nieuwe taken gaan uitvoeren en wat dat voor burgers betekent.”