Ds. L. Terlouw: Kerk moet hulp bieden aan hulpbehoevende
HARDINXVELD-GIESSENDAM. „Wanneer mensen die zorg nodig hebben als gevolg van een terugtredende overheid in de knel komen, is de kerk geroepen hulp te bieden.”
Die stelling poneerde ds. L. Terlouw, predikant van de gereformeerde gemeente in Barendrecht, donderdag in Hardinxveld-Giessendam op een studiedag van Febe, een vereniging van christelijke werkers in de gezondheidszorg op gereformeerde grondslag. Ruim honderd werkers in de zorg bezochten de studiedag, die het thema ”Grenzen aan de zorg vanuit christelijk perspectief” droeg.
De predikant ging in op de ontwikkeling van een pil die veroudering moet tegengaan. Die zou een leven zonder grenzen moeten brengen. „Denk niet dat het denken over zo’n pil, die de samenleving maakbaar en veranderbaar moet maken, in onze kring niet voorkomt”, aldus ds. Terlouw.
Ouderen willen er zo jong mogelijk uitzien. Jong zijn en jong blijven. Wie wil dat niet? De grens van de dood bestaat niet in de beleving van velen, aldus de predikant. „Dat er grenzen aan de zorg zijn, is ook moeilijk te accepteren. Wij menen dat er voor het leven een grens is. We denken dat die grens er is voor een ander, maar niet voor mij. Wij mensen willen als God zijn. De mens is niet geschapen om te sterven maar om te leven.”
Buigen voor grenzen
Op de stelling dat de zorg grenzeloos is, zei ds. Terlouw dat het nodig is dat we buigen, zowel onder de grenzen in de zorg als voor grenzen buiten de zorg.
Als de ziekte bij de patiënt verergert, moeten we dan nog wel bidden om genezing? Wanneer moeten we stoppen met bidden, zo vroeg hij zich af.
Volgens de Barendrechtse predikant speelden deze vragen niet ten tijde van de Reformatie in de zestiende eeuw. De zieke moest buigen onder de wil van God, maar tevens de arts raadplegen. Ds. Terlouw: „Sterven werd gezien als een doorgang tot het leven.”
De grenzen van de zorg worden volgens hem steeds verder opgerekt en verlegd. „Mag en moet alles wat kan?”
Mensen moeten ook buigen onder de grenzen buiten de zorg, stelde de predikant. Zo leggen stijgende kosten een claim op de gezondheidszorg. De financiële mogelijkheden stellen echter ook grenzen aan de zorg. „Daar waar mensen in de knel komen als gevolg van een terugtredende overheid, is de kerk geroepen hulp te bieden.”
De zorg moet met minder personeel toe. Vrijwilligers en mantelzorgers worden steeds onmisbaarder. De overheid moet met de beperkte middelen prioriteiten en grenzen stellen en beslissingen nemen waarbij mensen het meest zijn gebaat. „Maar wat vraagt Gods Woord? Wíj maken niet uit wat goed en kwaad is.”
Ds. Terlouw pleitte ervoor dat de grenzen van het leven worden gerespecteerd en het welzijn wordt bevorderd binnen de grenzen van Gods geboden. „Onze zorg kent Bijbels gezien een grens. Er zijn grenzen aan onze mogelijkheden. Die grens mogen we niet overschrijden. Brengt de toenemende complexiteit in de zorg ons dichter bij God?”
Niet behandelen
De vraag wat goede zorg is en in welk geval er niet moet worden behandeld, stond centraal in de workshop van dr. H. J. Agteresch, tot voor kort internist-hematoloog in het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis in Goes. „Dokters hebben een behandeldrang”, zei hij.
Overbehandeling is volgens hem iets van de laatste tijd. De keus voor welke behandeling wordt gegeven, hangt af van het verschil in overlevingskans, de ziektevrije periode, de bijwerkingen van de behandeling, het verschil in kosten en hoe kwetsbaar de betrokken, patiënt is, vooral de oudere, aldus Agteresch. Hij adviseerde om als rationele hulpverlener geen irrationeel gedrag te vertonen. „Respecteer ook de individuele keuze van de patiënt.”