Volgens hem heeft minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken deze week heel duidelijk gemaakt aan zijn Turkse collega dat Nederland geen bemoeienis wenst van buiten met het Nederlandse integratiedebat. Maar omdat de Turken hebben gezegd dat de verklaring over racisme in Nederland niet bedoeld was voor de Nederlandse overheid, zijn excuses niet nodig, aldus Rutte.

Koenders en ook minister Lodewijk Asscher, in het kabinet verantwoordelijk voor integratiebeleid, zullen de kwestie de komende tijd ook nog wel een aantal keer bespreken met hun Turkse collega’s. Volgens Rutte zullen ze duidelijk maken „dat we hier in Nederland eigen beleid maken en op geen enkele manier geïnteresseerd zijn in de opvattingen van Turkije daarover”.

Deze week ontstond commotie over een verklaring waarin de Turkse overheid Nederland ervan beschuldigt de Turkse gemeenschap in ons land te discrimineren en op een racistische manier te bejegenen. Koenders belde zijn Turkse collega Mevlüt Çavuşoğlu om opheldering te vragen. Volgens Koenders heeft Cavuşoğlu afstand genomen „van enige kritiek op de Nederlandse overheid of politiek”.

Op de vraag of de omstreden verklaring van de Turkse overheidssite moet worden gehaald, zei Rutte: „Die verklaring interesseert me niks. Het gaat mij erom dat er een suggestie lag alsof Turkije zich bemoeit met het Nederlandse beleid en die is nu weg”.